Archieven

32 Schepenen van Uden declareren ter requisitie van de heer C. Barbie, ’s lands deurwaarder, wonende te ’s-Hertogenbosch voor Meester H.J. Kleinefeldt in kwaliteit als rentmeester der dominiale goederen herkomstig van den huize Palz-Beijeren, verklaren zich te hebben begeven naar het huis van Jan Aldenhuis, wonende te Volkel als borg voor Willem van Exsouw, gebrekige pachter van 230 gulden over de Smaltiende over jaar 1806 en als borg van Peter Ceelen als gebrekige pachter van 265 gulden van tiende genaamd het Hultje over 1806. In arrest genomen onroerende goederen.