Archieven

37 Lijsken Jan Martens, oud circa 64 jaar, herroept eerdere testamenten en legateert 2 malder rogge aan de paters Capucijnen te Velp; Aan de kapelanie van Schaijk 25 gulden, waarvoor de kapelaan zielmissen moet doen. Ze wil na haar dood 200 zielmissen. Ze legateert 25 gulden aan de drie kinderen van wijlen Wilbert Jan Martens, genaamd Lindertien, Mari en Jan. Ze legateert aan Jan Jansen en zijn vrouw Geurtien, waarbij ze inwonend is, haar huis met de schuur en de hof en de twee akkers bouwland achter de hof, een zijde Hermen Rijcken, andere zijde de weg, een eind de Smale Weteringh. Verder krijgen Jan en Geurtien al haar roerende goederen, waarvoor ze haar dan levenslang moeten onderhouden en verzorgen. Ze benoemt tot haar universele erfgenamen, Jan Jansen, Marten Jacobs de Langh en Willem van Berckel, ieder voor een derde deel.