Mijn Studiezaal (inloggen)7618.257 Index schepenprotocol Stad en Land van Ravenstein (7618.257)
9 Naer gedaene pandinge, slijtinge en uitrickinge, mede verleenden en gepubliceerden vercoopdagh, persisteert de heere advocaat Van Willigen, als volmachtiger van hr Johan Crebber, publicqelick en gerichtelick te vercoopen het pandt aen ‘t huis van Jan de Grouw, uijtgerickt ende gehaelt, omme daarvan qt. qa ( qualitate qua= ambtshalve) te verhaelen eene som van 280 gulden, sijnde resterende coopspenningen van ‘t huijs, waarin Jan de Grouw is woonende, mette interesse á tempore morae ( = vanaf het moment van de claim) , ende de kosten van recht, alrede gedaen ende alnoch te doen.
Johan de Grouw protesteert over de over de inqualificatie van Heer advocaat Van Willigen , als mede , of sich schoon qualificeert over de informaliteijt over deze procedure begaen, doordien hij onder correctie, volgens deze loffelicke lants costuijme ende ordonantie ter requisite van Jonker Bijlant, drost tot Ravenstein, door schepenen desen lants in den jaar1540 geemaneert is worden verstaen, dat in cas ijmant een ongenoot goet compt te panden, mette uitrickinge sall moeten still staan, den tijt van eenen monat, ‘t welck in cas subject niet en is geschiet; waarom nietfankelick versterct de informaliteijt in dese saecke begaen. Te meer men noch heden daegs deselven ordonnantie noch observeert door dese gerichte deses lants; concluderende contendeert Jan de Grouw voorschreven dat met presente vercooping mag worden verstaen, dat de heer advocaat van Willigen, als notoir informaliteit begaen hebbende ,edoch voorgegaen genochsaeme qualificatie in sijn voorgenommene vercooping niet en is onfanckelijck. Jan de Grouw van den eijse daervan absolverende, usque …; alsmede derselven condemnerende in de costen door dese ongefundeertheit aangedaen,presenterende niettemin, de naer voorgegaene condemnatie ende voorgegaene genochsame bewering, ,aenstonts,gelick ook voor en bij de panding gepresenteert sijn, te sullen den eijsch secundum a quam et jusdum voldoen en betalen,
Johan de Grouw protesteert over de over de inqualificatie van Heer advocaat Van Willigen , als mede , of sich schoon qualificeert over de informaliteijt over deze procedure begaen, doordien hij onder correctie, volgens deze loffelicke lants costuijme ende ordonantie ter requisite van Jonker Bijlant, drost tot Ravenstein, door schepenen desen lants in den jaar1540 geemaneert is worden verstaen, dat in cas ijmant een ongenoot goet compt te panden, mette uitrickinge sall moeten still staan, den tijt van eenen monat, ‘t welck in cas subject niet en is geschiet; waarom nietfankelick versterct de informaliteijt in dese saecke begaen. Te meer men noch heden daegs deselven ordonnantie noch observeert door dese gerichte deses lants; concluderende contendeert Jan de Grouw voorschreven dat met presente vercooping mag worden verstaen, dat de heer advocaat van Willigen, als notoir informaliteit begaen hebbende ,edoch voorgegaen genochsaeme qualificatie in sijn voorgenommene vercooping niet en is onfanckelijck. Jan de Grouw van den eijse daervan absolverende, usque …; alsmede derselven condemnerende in de costen door dese ongefundeertheit aangedaen,presenterende niettemin, de naer voorgegaene condemnatie ende voorgegaene genochsame bewering, ,aenstonts,gelick ook voor en bij de panding gepresenteert sijn, te sullen den eijsch secundum a quam et jusdum voldoen en betalen,
Vervolg:
bij onverhoopten bewaring Maakt men bekent genoodzaakt te sullen wesen, dese resterende coopspenningen, onder de heeren van den gerichte consigneren, in usum ius habentis protesterende dientvolgende van costen, die men daerover noodsaakelick sou moeten aanweijnden. Ex adverso advocaat van Willigen q.qa seght verwondert te wesen dat partije advers compt eijschen procuratie van Joan Krebbers voirkinder, terwijl nu onder malcanderen, ter goeder trouwen handelende en meinende met erlicke luijden te doen te hebben, met Johan Krebber alleen sijn te vreden geweest, van hem alleen, ook begerende gevest te wesen, gelick dan oock is Jan Krebber, in de gerichte gevest heft, ondertusschen aangaende die qualificatie caveert den voornoemde van Willigen de rato voor sijne swagers, ofte binnen corte daegen daervan te doen hebben ratificatie van dese sijne comparitie ende noopende het onbehoirlick procederen tegens lants costuijmen, seght men notoire costuijmelick te wesen, is met uitricking vant pandt, naer den tijt van 14 dagen, a tempore facti pignous vort te vaeren, sijnde fitis? dat Ex adverso::tot fundering van haar sustinee desaangaande geallogeert wordt, en certificatie opt versouck van Hr Bijlant gegeven, want de heere schepenen, de voorschreven certificatie lesende sullen bevinden niet ende luttel van deselven tegenwoordig in swangk te wesen ende ter oorsaake dat effen juijst daarin van en ….. geschreven staat, wil partije advers nu sulx ca**eren tot haer voordeel, dewelck niet en behoirt; aangaand de versoghte cautie, segtmen nochmaels niet gehouden te wesen, wijders te stellen, als in dato 19 juli 1688 is geschiet en dat een
Blz 35
werwort in dato 20 juli gepresenteert, namentelick in cas Jan de Grouw
als om cortheijts halve verder te sien bij dese bij dese scabinale overgeleverde acte ende alhoewell men geenssints gehouden is, ook voor de voirkijnder van Jan Krebber waerburge te blijven,
Blz 35
werwort in dato 20 juli gepresenteert, namentelick in cas Jan de Grouw
als om cortheijts halve verder te sien bij dese bij dese scabinale overgeleverde acte ende alhoewell men geenssints gehouden is, ook voor de voirkijnder van Jan Krebber waerburge te blijven,
Vervolg 2:
soo presenteert den advocaat van Willigen sich selven ende als partije daermede niet te vreden is, ook andere ende sufficanter waerborge te stellen ; ende indien partije vermeint haere pretensie consignatie te connen voldoen, sulx staen in haere believen, ende wordt versoght vortgangk ut supra. Jan de Grouw repeterende haar voorig; persisteert bij ’t selve, seght dat het maar sijn dicentie. ende niets geprobeert vant geallegeerde van den advocaat van Willigen; aanbelangent de informalitijt daarvan weet denselven soo plausibel te spreken. Gelieve derselve verstaet hadd, het recht crom te maecken, ende de lants ordonnantie te ver***nen…. naar sijnen sijn.; daar nochtans staat met uitdruckelicke woorden; Soo men overt gereede ofte ongereede goederen sich sal houden int procederen over executie ende wordt sulx mij op hedigen dagh oirconde schepenen en richterbode geobserveert en is niet geallegeert gelick den advocaat van Willigen gelieft te seggen. Belangende de cautie de rato kan in sulcken cas, als desen, geen plaats grijpen belangende het verder gedicteerde, over t poinct van waerheijt, ende de offerten daar omtrent geven sulx cas geschreven na addditie van alle calangien? ende aanmaningen, die dan geexecuteerd mogt overcomen, het regt van partijen gedicteerd. Als futil, impertinent en. frivool p……., .persisteerd. ende niet watternog nodig pi… eerd. Ex adverso: persisterende bij het geverbaliseerde, alleenlick wo… .. ad … in.. .iones woorden, bij den
Blz 36
procureur Persboom… gedicteeert gedenckende sich daarover te revangeren naar behoiren ende versouckt, dewijle den procureur soo slim(p) is, dat hij daer naem van Jan de Grouw gebruickt, , die scepen gelieven te gegeven een acte dat den procureur Persboom het bovenstaende verbael gedicteert heeft, ende door dese acte gerichtelick onder het gericht arresteren.
Blz 36
procureur Persboom… gedicteeert gedenckende sich daarover te revangeren naar behoiren ende versouckt, dewijle den procureur soo slim(p) is, dat hij daer naem van Jan de Grouw gebruickt, , die scepen gelieven te gegeven een acte dat den procureur Persboom het bovenstaende verbael gedicteert heeft, ende door dese acte gerichtelick onder het gericht arresteren.
Persoon in schepenakte:
Jan de Grouw
Johan de Grouw
Johan Crebber
Jonker Bijlant
Joan Krebbers
Johan Krebber
Jan Krebber
Datering:
09-08-1688
Pagina:
33-36
Soort akte:
Verpachting
Plaats:
Ravenstein
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd