Archieven

23 Cornelis van Schaijck wil een deel verkopen van de goederen van Aert van Woort (Woorde), om daaraan een schuld te verhalen van 65 gulden, 8 stuivers en 8 penningen en nog een som van 136 gulden, 2 stuivers, 12 penningen; nog 20 gulden 4 stuivers; samen: 221 gulden 15 stuivers 4 penningen; volgens 2 actes van taxatie van 22-09-1707 en 7-11-1708 (zie bijlagen). Advocaat van Duren protesteert namens Aert van Woort. Die zou de taxaties nooit gezien hebben. Weduwe Meulendijck, voor zichzelf en als voogd over haar kinderen, geassisteerd door advocaat van Duren, protesteert ook tegen de verkoop van het huis waar Aert van Woort woont. Want het is haar huis, in 1696 nog gekocht door haar man zaliger. Ze kan geen bewijs laten zien omdat het huis van Jan Crullenbergh door de heer fiscaal openbaar verkocht is in verband met diens schulden. De papieren zijn opgestuurd naar Dusseldorf. Weduwe Meulendijck heeft het huis wel gekocht, maar het in gebruik gelaten aan Aert van Woort en zijn kinderen. De kinderen zijn erfgenaam van het huis (fidei commis) Er is ook een testament van mr. Gijsbertus Davervelt en zijn vrouw Anneke met een clausule die de verkoop der goederen verbiedt aan nakomelingen verder dan de tweede graad. Op 3-1-1709 geven de schepenen 8 dagen uitstel. Op 10-01-1709 dragen de schepenen deze zaak over aan het volle stadsgerecht. De schepenen oordelen nu dat de verkoop kan doorgaan.