Archieven

81 Cornelia van Duren, die de erfenis heeft aanvaard van de heer landdeken Abrahamus Ignatius van der Linden, geassisteerd door advocaat van Willigen, wil het erfdeel verkopen dat de kinderen van wijlen Gijsbert de Haan hebben geerfd van hun grootvader Antonij van Londen en van hun grootmoeder, om daaraan een schuld van 100 gulden te verhalen, met de rente sinds 1714. De lening is aangegaan op 7-2-1707 door Gijsbert de Haan. Cornelis Jansen verklaart dat hij en de kinderen van wijlen zijn zus Marike ook 200 gulden tegoed hebben van hetzelfde pand. De heer Ploeg verklaart namens mevrouw Winckelman dat zij ook 200 gulden tegoed heeft uit dit pand. Niemand neemt de schuld over, zodat de procedure verder kan gaan. Marcelis van Londen voor zichzelf en namens Ariaen en Willemijn van den Ende accepteren de schuld en gaan de goederen binnen 3 weken verkopen. In de kantlijn: gerestitueerd.