Archieven

24 Theodorus van Ginkel oud ruijm een en twintig jaeren wonende alhier. Dewelke ter requisitie van Salomon Mosis zijnde van de Joodsche Natie teffens inwoonend en stemgeregtigd borger alhier, verklaart waar en waarachtigte sijn, dat hij comparant op den op den 23e april l.l. tijde dat het ontwerp van staatregeling voor het Bataavsche volk moest goed of afgekeurt worden. Zig volgens oproepingsbiljet, als stemgeregtigde in zijne grondvergadering N 2 gehouden wordende in de Eerschotse kerk binnen Sint Oedenrode heeft laaten vinden, dat hij comparant in gezegde grondvergadering tot secretaris verkoore sijnde, dien post daaer ook heeft waargenomen. Dat tegelijkertijd daar ook als stemgeregtigde sig bevond Thieleman Sprengers, lid van deese Municipaliteit, waerneemende de post van stemopnemer. Dat hij comparant beneffens den evengenoemde Thieleman Sprengers sig in haare qualiteijten voornoemt aen een tafel geplaatst vonden, dat vervolgens de verklaaring, welke ter gezegde tafel lag van ieder stemgeregtigde afgenoome wordende, ook voor, of omtrent die tavel ten dien eijnde gecompareert is meergezegde Salomon Mosis. Dat hem comparant voorstaant dat door Thieleman Sprengers toentertijd aan meergezegde Salomon Mosis toegesprooken de volgende, of diergelijke woorden, "Smous ik zal op u lette of gij uwe verklaring wel goed aflegt, of uwe eed niet valsch is of dat ge geen valsche eed doet". Dat vervolgens nietegenstaande dat gesegde de vereijste verklaaring door voorgemelde Salomon Mosis, en verdere stemgeregtigden gedaen, en de grondvergadering gescheiden is.