skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Archieven

Index schepenprotocol Veghel (7700.115)

beacon
1  records
 
 
Schepenakte
4 1. Martinus van Asseldonk, c. 41 jaar; 2. Catharina Peter Frankevoort, c. 41 jaar, zijn vrouw; 3. hun zoon Dirk, 17 jaar; 4. Willem Peter Frankevoort, c. 23 jaar; 5. Jan Lambert Raijmakers, c. 54 jaar; allen te Veghel. 1 en 2 verklaren dat afgelopen nacht hun deur was opengebeukt en twee personen aan hun bed kwamen. Nadat hun handen waren geboden vroeg een van de overvallers: "Waar is uw gelt?"; "Ik heb geen gelt."; "Gelt, gelt," met de vuijst voor hem staande; "Dat ik heb legt in kast."; "Waer is uw lamp?"; "In de schouw, daar hangt se." Waerop die persoonen de lamp aanstaken met swavelstokken, die sij selft bij sig hadde. Overvallers haalden het geld, zo’n 20 gulden, uit de kast, alsmeede alle hetgeene in de kast was van linnen, kleerasie, en brengende dat telkens tot aan de deur, waer het denkelijk van meer anderen die buijten waren, gevat wierd. Dog hebbende niemant buijten gesien, maer wel de tromp van een snaaphaan, die altoos van buijten halv in de deur op den in- en uijtgang gehouden wierd. Daarop vroeg een van de overvallers: "Waer is uw gouden kruijs?"; "Dat is weg, dat hebben de Franse meede."; "Wagt maer, wagt maer!"; "Wie slaep daer in de kamer?"; "Mijn twee klijne jongens." Ze beukten de deur van deze kamer open en gingen er binnen. Dog even daerna weder daaruijt komende, wierd gevraagt: "Waer is de sleutel van de kist?"; "Die is in de camer, oft in de beddekoets op een rygel". Dat sij gesien hebben, dat het logt in de camer uijtging. "Heb je geen swavelstok?";"Neen."; "Als ik swavelstokken in uw huijs vind, maak ik uw allen capot!" De lamp aangestoken sijnde, gingen sij weeder in de camer. Dog niet lang daerna hoorde sij comparanten van buijten een harde stem roepen, waarop de overvallers vluchtten. Wijders verklaren sij de persoonen niet te kennen. De eene was niet lang van postuur, had een blaauwe keel aan met een doek om het hooft, die haer comparanten ook altoos aansprak. Den andere was gekleet met een kort rokje oft camisootje, die hij noijt in
Vervolg:
sijn gesigt gesien heeft en altoos op een distantie van het bed bleeff staan. Dat sij hebben bevonden een ronde hoet, een geelagtige reijsak en linnen sak en stok, 't geen niet toebehoort en denkelijk door die schelmen is blijve legge. 3 verklaart dat hij door het lawaai wakker was geworden en naar de zolder was gegaan, roepende uijt het venster om hulp. Buiten stonden twee persoonen (behalve degeene die hij ook in de camer sag) met geweer oft snaphaanen in haer handen, die hem dreijgde capot te sullen schieten wanneer hij niet sweeg, en haeren snaphaanen direct op hem houdende. En dat hij toen terugsprong, dog evenwel aanhielt met hulp roepen. 4 verklaart dat hij op 't horen hulp roepen met 5 sig hadde begeven na de huijsinge van Martinus van Asseldonk. En digt bij het huijs komende voor de deur sag staan twee persoonen, ieder voorsien met een snaphaan in de hand. Op dit gesigt riep hij aanstons om hulp. Waerop hij sag dat een van die voor deur stonden binnen liep en dat er schielijk daerna drie persoonen uijt kwamen. 5 na de huijsinge van gemelde Martinus van Asseldonk begevende, nemende de groote ordinaere weg en komende tegenover den acker en eijkebomen van Willem van der Steen, heeft gesien dat hem tegen kwam lopen een persoon, niet heel lanck van postuur, hebbende op sijn rug een pak, die hij aanhielt met te seggen: "Pardonne, wat is hier te doen?" Op dit geseyde liet die persoon die pak vallen en ging loopen. Dat momentelijk daerna nog vier oft vijff persoonen hem tegen kwam loopen, seggende een van haer tegen hem met de snaphaan aan de kop: "Goddomme wijk, oft het gaat er door!" Waerop hij uijt de weg ging. Intusschen hoorde hij nog aan het huijs hulp roepen. En ging den binnepat op en na het huijs van Martinus van Asseldonk, onderwegen vindende een pak linnen lakens, een sak vol kleerasie en nog een klijn pakje waerin linne was, 't geen naderhand weder in huijs van Martinus van Asseldonk is gebragt aan wie het toebehoorde.
Persoon in schepenakte:
Catharina Peter Frankevoort  
Willem Peter Frankevoort  
Jan Lambert Raijmakers  
Martinus van Asseldonk  
Willem van der Steen  
Datering:
1-6-1795
Pagina:
11
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
115
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga