skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Archieven

Index schepenprotocol Veghel (7700.115)

beacon
121  records
 
 
Schepenakte
1 Voor schepenen van Veghel verschenen Jacobus van der Haegen, Johannis van Hertum, Johannis van der Haegen, en Hendrikus van Luijk, allen inwoners van Sint-Oedenrode, die op verzoek van Anna Maria Vogels, vrouw van Pieter Cluijtmans verklaren "dat sij van overlang gekent hebben de persoon van voornoemde Pieter Cluytmans, en seer wel weeten dat de selve sedert een geruijmen tijd sig dusdanig aan den drank heeft overgegeven dat genoegsaem geheele daegen drunken en als van syne sinnen beroofd is, zyn nering en affaires bestaande in een bakkerije, geheel versuijmende sonder voor sijn vrouw en kind, gelijk het een ordentelijk man sou betamen eenigsints te sorgen, maer deselve in tegendeel door syn slegte levenswyze geheel ruïnerende zoodanig dat het te voorsien is, dat hij niet alleensig zelven, maar ook syn ongelukkige vrou en kind geheel en al sal te gronde helpen en aan de uyterste armoede blood stellen." Johannis van der Haegen, en Hendrikus van Luijk verklaren "dat de slegte levenswijs van voorn(oemde) Peter Cluijtmans dikwijls gepaard gaet met de verregaanste dreigementen ten opsigte van voors(creven) syne besittinge en syne huijsvrouw, dusdanig dat de selve dikwyls genoodsaakt is sig met de vlugt buijtenshuijs te redden, ten eynde sig aan het gevaar te onttrekken. Dat eyndelyk de behandeling van opgemelde Pieter Cluytmans particulier ten opzigte van syne huijsvrouwe dusdanig is, dat deselve voor een ordentelyke vrouw met gene mogelijkheid te dulden is, en dat er nog ongelukken van te wagten zijn, indien er op een of andere weijse niet tijdig en word voorsien, terwijl hij geheel en al door den overvloedigen drank van syn sinnen schynt beroofd te zijn. Gevende sij comparanten gesamentlyk voor redenen van welwetentheid dat sij met voornoemde Pieter Cluytmans genoegsaam dagelijks hebben verkeerd en denselven zedert een geruijme tijd alle dagen drunken hebben bevonden,
Vervolg:
en dat sij derde en vierde comparanten ten huijse van de requirante meer als eens syn geroepen geweest om deselve te hulp te komen en bij die gelegendheid veele dreygementen als voor gemeld te hebben gehoord en bygewoond, en dat sy ieder afsonderlijk van tijd tot tijd ten huijse van de requirante nu wel ses weeken syn geweest om deselve te assisteren en voor ongelukke te bevrijden."
Persoon in schepenakte:
Anna Maria Vogels  
Jacobus van der Haegen  
Johannis van Hertum  
Johannis van der Haegen  
Hendrikus van Luijk  
Pieter Cluijtmans  
Pieter Cluytmans  
Peter Cluijtmans  
Datering:
9-12-1794
Pagina:
5
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
115
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
2 Voor schepenen van Veghel verscheen Willem Dries Jansen den jonge, die op verzoek van het "hoog officie" in Den Bosch verklaart "dat tussen den drientwintigste en vierentwintigste april, zynde donderdag en vrijdag snags, ten synen huijse in de voorwand off voorgevel is ingebrooken, sonder te weeten door wie sulx geschiet is, en ook niemand gesien heeft, nog ook niet van syn huijsgesinde, terwijl alle gerust en slapende waren. Dat hij des morgens opkomende dat gesien heeft en syn deur meede weyt open gevonden heeft, synde toen vermist off gestole geworden ‘t naevolgende: vyff vaten rogge, welke op syn solder lag, dre broden, ses steenen vlas, twee vaten bonen en erten, ses lambden, spaij en seijg, dertig pont (werk)."
Persoon in schepenakte:
Willem Dries Jansen  
Datering:
7-5-1795
Pagina:
7v
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
115
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
3 Voor schepenen van Veghel verschenen Johannes Lambert van de Ven, oud ongeveer 46 jaren, en Peter Janse van den Tillaer, oud ongeveer 43 jaren, "luijden ons bekent staande ter goeder naam en faam en inwoonderen alhier." Zij verklaren op verzoek van Anneke en Adriaantje, kinderen van Willem van Boxmeer, "mede haer naaste beuren (buurlui), dat deselve requiranten (de genoemde kinderen van Willem van Boxmeer) syn hebbende een suster, genaamt Helena, weduwe van Dionisius van Puijffelyk. Dat sij als beuren menigmaal bij dagen en nagte door de requiranten syn geroepen geworden en gansche uuren in haer huijs syn geweest om reden haare suster soodanig te werk ging en sinneloos (krankzinnig) aanstelde. Dat sy sulx ook gesien en ondervonden hebben, dat haer niet anders schynt dan dat deselve Helena gansch en geheel sinneloos is. Dat die sinneloosheyt gepaart gaet met boose streeken, soo dat sij menigmaal haar susters en haer eyge kind dreygt capot te sullen maken, en dat sy noyt sonder gestadig oppassen alleenlyk kan gelaten worden en wanneer sulx gebeurt, wegloopt buyten sorps in velden als andersints. Dat haer toeschynt tot voorkoming van allerleij ongelukken soo wel om boven aangehaalde redenen, als om brandstigtinge etc(etera) voor te komen, sy comparanten in alle deele begrijpen hoogst noodsakelykst te weese, dat sy Helena senius wierd bewaert (wordt opgesloten)."
Persoon in schepenakte:
Johannes Lambert van de Ven  
Peter Janse van den Tillaer  
Willem van Boxmeer  
Dionisius van Puijffelyk  
Datering:
22-5-1795
Pagina:
20
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
115
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
4 1. Martinus van Asseldonk, c. 41 jaar; 2. Catharina Peter Frankevoort, c. 41 jaar, zijn vrouw; 3. hun zoon Dirk, 17 jaar; 4. Willem Peter Frankevoort, c. 23 jaar; 5. Jan Lambert Raijmakers, c. 54 jaar; allen te Veghel. 1 en 2 verklaren dat afgelopen nacht hun deur was opengebeukt en twee personen aan hun bed kwamen. Nadat hun handen waren geboden vroeg een van de overvallers: "Waar is uw gelt?"; "Ik heb geen gelt."; "Gelt, gelt," met de vuijst voor hem staande; "Dat ik heb legt in kast."; "Waer is uw lamp?"; "In de schouw, daar hangt se." Waerop die persoonen de lamp aanstaken met swavelstokken, die sij selft bij sig hadde. Overvallers haalden het geld, zo’n 20 gulden, uit de kast, alsmeede alle hetgeene in de kast was van linnen, kleerasie, en brengende dat telkens tot aan de deur, waer het denkelijk van meer anderen die buijten waren, gevat wierd. Dog hebbende niemant buijten gesien, maer wel de tromp van een snaaphaan, die altoos van buijten halv in de deur op den in- en uijtgang gehouden wierd. Daarop vroeg een van de overvallers: "Waer is uw gouden kruijs?"; "Dat is weg, dat hebben de Franse meede."; "Wagt maer, wagt maer!"; "Wie slaep daer in de kamer?"; "Mijn twee klijne jongens." Ze beukten de deur van deze kamer open en gingen er binnen. Dog even daerna weder daaruijt komende, wierd gevraagt: "Waer is de sleutel van de kist?"; "Die is in de camer, oft in de beddekoets op een rygel". Dat sij gesien hebben, dat het logt in de camer uijtging. "Heb je geen swavelstok?";"Neen."; "Als ik swavelstokken in uw huijs vind, maak ik uw allen capot!" De lamp aangestoken sijnde, gingen sij weeder in de camer. Dog niet lang daerna hoorde sij comparanten van buijten een harde stem roepen, waarop de overvallers vluchtten. Wijders verklaren sij de persoonen niet te kennen. De eene was niet lang van postuur, had een blaauwe keel aan met een doek om het hooft, die haer comparanten ook altoos aansprak. Den andere was gekleet met een kort rokje oft camisootje, die hij noijt in
Vervolg:
sijn gesigt gesien heeft en altoos op een distantie van het bed bleeff staan. Dat sij hebben bevonden een ronde hoet, een geelagtige reijsak en linnen sak en stok, 't geen niet toebehoort en denkelijk door die schelmen is blijve legge. 3 verklaart dat hij door het lawaai wakker was geworden en naar de zolder was gegaan, roepende uijt het venster om hulp. Buiten stonden twee persoonen (behalve degeene die hij ook in de camer sag) met geweer oft snaphaanen in haer handen, die hem dreijgde capot te sullen schieten wanneer hij niet sweeg, en haeren snaphaanen direct op hem houdende. En dat hij toen terugsprong, dog evenwel aanhielt met hulp roepen. 4 verklaart dat hij op 't horen hulp roepen met 5 sig hadde begeven na de huijsinge van Martinus van Asseldonk. En digt bij het huijs komende voor de deur sag staan twee persoonen, ieder voorsien met een snaphaan in de hand. Op dit gesigt riep hij aanstons om hulp. Waerop hij sag dat een van die voor deur stonden binnen liep en dat er schielijk daerna drie persoonen uijt kwamen. 5 na de huijsinge van gemelde Martinus van Asseldonk begevende, nemende de groote ordinaere weg en komende tegenover den acker en eijkebomen van Willem van der Steen, heeft gesien dat hem tegen kwam lopen een persoon, niet heel lanck van postuur, hebbende op sijn rug een pak, die hij aanhielt met te seggen: "Pardonne, wat is hier te doen?" Op dit geseyde liet die persoon die pak vallen en ging loopen. Dat momentelijk daerna nog vier oft vijff persoonen hem tegen kwam loopen, seggende een van haer tegen hem met de snaphaan aan de kop: "Goddomme wijk, oft het gaat er door!" Waerop hij uijt de weg ging. Intusschen hoorde hij nog aan het huijs hulp roepen. En ging den binnepat op en na het huijs van Martinus van Asseldonk, onderwegen vindende een pak linnen lakens, een sak vol kleerasie en nog een klijn pakje waerin linne was, 't geen naderhand weder in huijs van Martinus van Asseldonk is gebragt aan wie het toebehoorde.
Persoon in schepenakte:
Catharina Peter Frankevoort  
Willem Peter Frankevoort  
Jan Lambert Raijmakers  
Martinus van Asseldonk  
Willem van der Steen  
Datering:
1-6-1795
Pagina:
11
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
115
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga