Archieven

412 Ruth Jan Willems van der Hagen, 'ingeseten nagebuer ende gewesene borgemeester, als tegenwoordich armmeester der arme taffele tot Vechel', oud ongeveer 69 jaren, heeft op verzoek van Peter Huybertss, ook wonende te Veghel, een verklaring afgelegd. Hij verklaart dat 'hem wel kennelyck wesen ontrent geleden ongeverlijck tien off elff jaren onbegrepen geweest te hebben ten huyse Jacop Wouters van der Santvoort, woonachtich in sijns deponente gebuerte, hem vraegende ende seggende tegens den voorschreven Van der Santvoert: “Laght gij sieck te bedde?” Waer op hij was antwoordende: “Jae.” Waer op hij deponent was seggende: “hebt gij quellinge gehadt met Jan Peter Huyberts, soude u die hebben geslagen.” Waer op den voorschreven Jacop was seggende tegens hem deponent: “Neen, Jan Peter Huyberts ende heeft mij niet geslagen, ick ligge sieck te bedde van de dolle siecte.”'
Getuigen: Matijs Peters en Willem Jansen, schepenen