Archieven

123 Rekening van Dirck Janssen de Leeuw en Aert Jan Lambers als voogden over Willem Jan Dirckx, 'innocent', met zijn minderjarige kinderen, van hun bewind over de goederen van de minderjarigen sinds 17-02-1661.
Hienra volgen de inkomsten, waaronder de opbrengst van de verkoop 'van meubelen ende drie gebont huijsingen' en verkochte grond.
Onde de uitgaven worden onder andere genoemd kosten voor 'een karretorff', voor 'spaeijen', voor 'rogh', 'een vercken', 'broot', 'een paer hoosen', aan 'den deurwaerder gegeven die schade quam doen vanwegen Vrouwe Gijsels', 'om den wever te betalen', 'om stroij en vlas te coopen', 'om boomen te coopen', voor 'boeckweijtt', voor 'den mulder van de Coeveringhe', voor de 'verpondinghe', aan meester Marcelis van der Sloot, 'chirurgijn vant cureren voor meester loon', aan Marie Sterckmans 'vant kerckenhoij'
Catharina vrouw van Jan Dirckx verklaart het bedrag ontvangen te hebben van de voogden.
Getuigen: Goyart Peeter Rutten en Jacop van der Hagen, schepenen