Archieven

259 Peter Adriaen Goossens, 'inwoonder deser plaetse', heeft verklaard 100 gulden ontvangen te hebben van en schuldig te zijn aan Jacob Martens van Tillaar en Peter Hendrick Gerrits, 'als provisooren ende armmeesteren van de armmetaeffel van Vechel', gekomen van Elisabeth weduwe van Aert Jan Aerts van Schijndel 'haer gegroot in een stuck lants, haer bij koop aangecomen van de kinderen en erfgenaemen van Jan Luijcasse, die de selve hadde opgenomen van de armme taeffel voornoemt, ingevolge de prothocolle ende daer opgevolgde cassatie van dato den ... (niet ingevuld), den voornoemde Peter Adriaen Goossens tot sijne contentement ende genoegen ontfangen'. Peter Adriaen Goossens stel als onderpand 'eens tuck teulants', groot 4 loopens en 25 roeijen, gelegen op het Citaert
* e.z: de weduwe van Jan Hendrick Ariens
* a.z.: de erfgenamen van Marten Donckers
* e.e.: Lambert Ariens
* a.e.: Matthijs Willem Thijssen
Peter heeft dit goed op 21-08-1688 toebedeeld gekregen van het nagelaten goed van zijn ouders.
Getuigen: J. Boor, Geraert Vermeulen, schepen, en H. Bijmans, substituut-secretaris