Archieven

450 Memorie van ontfank en uijtgaef van het onmondig kint van Johan Wouters van de Winkel.
Den ontfank van de 14 hondt leenlandt is, 920-0-0.
Eerstens de obligatie afgelost met de som van, 632-16-8.
Aen den onmundige Gerardus van de Burgt, 118-8-10.
Aen den landtschrijver voor request en jura van de vercoping te same betaelt, 16-0-7.
Den selve dag aen verterin betaelt, 0-16-0.
Aen Johan van de Winkel gegeve, 0-6-0.
Op den 6 februarij aen verterin betaelt, 0-11-0.
Den 11 dito nae Batenburg geweest met Peter van Humen om over het Leen te spreke verteert, 0-6-0.
Aen Sent Maes voor voorbetaelde landtpagt betaelt, 42-0-0.
Aen Geridt Maes aen voorbetaelde bouloon en grindt varen te same, 12-13-0.
Den 27 februarij voor een half vim schanse, 2-12-8.
Den 11 maij Van de Winkel gegeve, 11-0-0.
Den 16 maij nae de Graef geweest om de obligatie te betalen verteert, 0-9-8.
Peter van Hume aen verschot en verterin betaelt, 2-9-0.
Den 19 maij nae Batenburg geweest op den coper het Leen op te drage verteert, 0-4-0.
Den 23 maij nae Batenburg geweest om de octroije af te hale voor request en octroij en verterin, 13-15-12.
Voor de heer erflandrost, 3-3-0.
(subtotaal) 857-11-5.
Resteert 62-9-0.
(totaal) 920-0-0.
De overgeschote pennigen hebben de voogden Ott Nass en Peter van Heumen alhier aen Joannes van de Winkel in mijne presentie uijtbetaalt en waar voor de voorschreven Van de Winkel aen en op sijn soon Wouter ten eersten eene behoorlijke obligatie waar in ook passeren zal zulle gevoegt worde alzulke f 19-15-15 als op het hiergevoegde billet vermelt staen en zal dus de obligatie groot weese te same, 82-4-15. Ravenstein den 26 maij 1788. (getekend) Van Bree, erflanddrost.