Archieven

13 Verklaring van Philip Jacob van Borssele van de Hoge Raad en rentmeester generaal der domeinen, die samen met Thomas van Beresteijn rentmeester der geestelijke goederen over het kwartier Kempenland, aangeeft dat Johan Bartholomeus van den Aghter de houtschatten en onderrentmeesterschappen heeft gepacht van Liempde, Lieshout, Vessem, Wintelre, Knegsel, Hoogeloon, Hapert, Casteren, Oerle en Meerveldhoven [Merefelt] voor de jaren 1694-1696. Er staan nog schulden open t.a.v. de Oirschotse en Vessemse lammertiende van 1698 en de tienden van Westelbeers en een spurrietiende anno 1689 – 1702. Inliggend een schrijven van de gedeputeerden van de SG n.a.v. het request van Johan Bartholomeus van den Agter en Marten Christiaen Sweerts kwartierschout van Kempenland en afgevaardigden van de vrijheid Oirschot inzake de Oirschotse gevangenen te Namen en de bijdrage van de dorpen Bladel, Reusel en Netersel – 21 juli 1699. Extract uit de resoluties van het kwartier Kempenland n.a.v. het request van de heren Borssele en Beresteijn waarbij de kwartierschout en de regenten van Kempenland geordonneerd worden om aan van den Aghter f 750,- vrijgeld te betalen inzake de gevangenhouding te Namen