Archieven

104 Bericht op een zéér uitvoerig rekest betreffende vele klachten over de grote schade op 5 juli 1760 veroorzaakt door zwaar onweer met stevige hagelbuien,. Zo heeft men informatie gekregen van de drossaard van Deurne en van de Roomse pastoor te Asten die verklaren ‘dat het wild uit de heide de vlugt na[ar] de dorpen nemende in menigte doodgeslagen is gevonden, dat ook verscheijde kraijen dood uit de lugt zijn gevallen en dat het aardrijk op die streeken met zulken benauwden stank besmet geweest, dat het vee den vernietigden oigst niet heef willen nuttigen – dit alles is aan Ued: Mog: gedeputeerde heer Scheijderuijdt int breede voorgehouden en zoo wij vertrouwen compleet beweesen van hoe droevigen gevolgen die slag is kan men begrijpen als men considereert dat de geheele welstand van de ingezetenen daaraan is blootgestelt geweest en daarmee is verdwenen’. In dit verband worden vooral genoemd de gehuchten Wassenberg, Haageind, Kerkeind, Dorpzijl, Bredemortel, Vrekewijk en Vloeijend. Insgelijks zijn er klachten gemeld vanuit Asten waar de hagelslag ook zeer zware verwoestingen heeft aangericht, gevolgd door Vlierden, Gestel en Stratum bij Eindhoven, Hoogeloon, Hapert, Waalre, Aalst, Blaarthem, Veldhoven en Knegsel.