Archieven

Willem van der Heijden, koopman in Eindhoven, in hoedanigheid van voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Peter Antony van der Heijden en van wijlen Anna Catharina Cassiers, overleden in Eindhoven, geeft te kennen dat de minderjarige kinderen gerechtigd zijn in een achtste deel van de nalatenschap van de onlangs in Eindhoven overleden Hendrikus Peter van der Heijden. Men wil de nagelaten goederen verkopen, maar Willem van der Heijden in casu de familieraad moet daarvoor de toestemming geven. Bovendien moet de toeziende voogd, Johan Peter Cassiers, woonachtig te Antwerpen, ook nog worden gehoord. Dit overleg kan niet plaatsvinden omdat men met de bewoners in de Belgische gewesten niet corresponderen mag. Een van de kinderen is ondertussen meerderjarig geworden (? zie akte Eindhoven139365 van 17 september 1831) en heeft zijn gewezen voogd te kennen gegeven niet langer met zijn minderjarige broeders en zusters in gemeenschap de boedel van hun vader te blijven bezitten en aandringen op deling. Om beide problemen ter hand te kunnen nemen, verzoekt de voogd om de benoeming van een nieuwe toeziende voogd. Familieraad: Adriaan van der Heijden, oom van vaderszijde, koopman, Antony Francis van Baar, aangetrouwde oom van vaderszijde, rentenier, Hendrik Habraken, oom van vaderszijde, rentenier, allen wonend in Eindhoven, Hendrikus Hubertus van Mierlo, vriend, particulier, Jacobus Janssen, vriend, wijnkoper, en Peter Johan van der Heijden, broer, zonder beroep, wonend in Eindhoven. Jacobus Janssen wordt benoemd tot toeziende voogd.