Archieven

17 Missive van Coenraad Versfeld drossaard van Alem in kwartier Maasland op een rekest van Zeno Diederik Walraat van Tengnagel van Bronkhorst die de drossaard had aangeschreven te gedogen dat het nodige zand tot het zanden van de dijken van Driel zou gehaald worden van de zandplaat in de uiterwaard van de suppliant mits geen grond van het oudhoevig land wordt vervoerd; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken om dit nader te onderzoeken en te rapporteren.

18 Rekest van Jan Willem van Nouhuys stadhouder van de kwartierschout van Peelland inhoudende dat haar Ho: Mo: in hun reglement op de politieke reformatie van 1 april 1660 hadden gelieven vast te stellen ‘in het aanstellen van schepenen tienmannen agtmannen of vyfmannen sullen altyt gepraefereert worden de Brabanders of genaturaliseerden, de gequalificeerden en meest geërfden en onder deese die van de gereformeerde religie voor alle anderen en alwaar gewen genoegsaame stoffe is, sullen mogen gekoosen en geëmployeert worden de onparthydigste en geschiktste pausgesinden nevens de luiden van de gereformeerde religie, onder welke ook gekooren sullen mogen worden die geenen, die eerlyk zyn en van discretie, al is het dat sy met haare handen of eerlyke ambagten de kost moeten winnen, mits dat sy daar buurvast , jaar en dag gewoond hebben en blyven woonen, het zy dat sy ingebooren zyn of niet’; dat een zekere Jacobus Groeneveld wonende te Schijndel zich bij de suppliant had vervoegd aldaar tot schepen te worden aangesteld en de stadhouder had zich laten informeren of deze persoon van de gereformeerde religie was, en hij bleek niet gegoed en geërfd te zijn, geen kostwinning te hebben en alleen maar oppasser van de jacht te Schijndel te zijn, maar ook dat zijn vader aldaar dienaar en bedeljager was, zoals blijkt uit het declaratoir van de president en schepenen van Schijndel en de stadhouder vraagt zich af hoe hij zich in deze kwestie moet gedragen; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken. [misschien is Groenewalt bedoeld?].

19 Rekest van de commanderend officier van de compagnie artillerie van major B.E.Paravicini de Capelli in garnizoen te ’s-Hertogenbosch die van daar gaat vertrekken naar garnizoen Maastricht en verzoekt om een paspoort i.v.m. het transport van zijn bagage en meubilair zodat hij geen lands gerechtigheid hoeft te betalen.

20 Rekest van Johannes Manuël Broex [elders Brocx] secretaris van Waalre en Valkenswaard en substituut secretaris van de dingbank Veldhoven Zeelst en Blaarthem die 16 jaren actief was en heeft 6 jaren als klerk gewerkt te Venloon of Loon op Zand en sonds 1 januari 1770 op approbatie van de Ho: Mo: van 30 november 1769 tot volledig genoegen van de regenten der dingbank Veldhoven Zeelst en Blaarthem de secretarie heeft waargenomen, zijn principaal Boudewijn van Beverwijk is 66 jaren oud die al in 1737 was begunstigd met het secretariaat en nu meer dan 30 jaren dezelfde secretarie zowel door een gezworen klerk als ook twee substituten bevorens de suppliant had laten waarnemen]; de suppliant verzoekt aangesteld te mogen worden tot adjunct-secretaris of 2e secretaris van de dingbank Veldhoven en in dezelfde akte staat dat Johan Christiaan van Crullenberg is aangesteld tot 2e secretaris van Bladel Reusel en Netersel. – zie ook folio 219