Archieven

317 Verschenen voor drossaard Broeckhuijsen en Goossen Cornelissen en Adolph Somers als schepenen van Dinther, de persoon van Jacob Peeters van der Aa wonend te Heeswijk die ter instantie van Henrick van Tuijl inwoner van Dinther zijn verklaring heeft afgelegd. Verklaart dat in het jaar 1705 toen de karren werden besteld om in het leger te gebruiken, dat Henrick van Tuijl een van die mensen met een dubbelspan toen compagnie heeft gedaan met Henrick Luijcassen om een paard voor te spannen onder conditie dat alle baten en profijten zouden worden gedeeld alhoewel dat aan hem deponent (Jacob) door de requirant (van Tuijl) was toegezegd: De deponent was daarop naar deze Henrick Luijcassen gegaan en had gezegd waarom sluit gij mij daar uit want ik ben besproken door Henrick van Thuijl. Daarop had Henrick Luijcassen gezegd *ik ben tevreden, gij kunt dan uw paard voorspannen en in mijn plaats staan* en zo is gebeurd. De deponent heeft daarvoor een paard gekocht en alle baten en profijten zouden half en half gedeeld worden. (428L) maar de deponent zou nog ca. 50 gulden meer krijgen zoals zal kunne worden aangetoond. Datum 25 mei 1707, was ondertekend door Herm. van Broekhuijsen, Goossen Cornelisse en Adolh Somers, accordeert met het origineel, quod attestor D. Niekens, secretaris.