Archieven

117 Compareerden voor Aert Joosten als president en Leendert Gielens als schepenen in Dinther, de personen van Jacob Peeters van der Aa en Jacob Janssen ter instantie van de drossaard Broekhuijsen en hebben een verklaring afgelegd. Jacob Peeters verklaart dat hij op zaterdag avond zijnde de 23ste van deze maand ten huize was van Jacob Janssen, herbergier te Dinther en zat daar in de kamer van het voorhuis en hoorde enig rumoer en ging toen uit de kamer. Hij heeft gezien dat Peeter Aart Theunissen en Adriaen Daniels waren gekwetst. Toen heeft Adriaen Daniels tegen de deponent gezegd wijzend op een lichaam dat daar op de vloer lag *wie ligt daar* en die had gezegd *daar ligt het Leuwken*. Jacob Janssen als tweede deponent verklaart dat hij aan zijn huis eerder daar heeft gezien Adriaen en Jan Leuwen, van welke hij deponent Jan Leuwen het mes in de hand hebben heeft gezien dat die krakeel maakte tegen diverse mensen daar. Hij deponent om alle ongemakken en kwesties te vermijden is toen uit het huis gegaan. Naderhand is hij weer in huis teruggekeerd en heeft gezien dat Jan Leuwen op de vloer in de keuken doodgestoken lag en verklaarde (151L) de deponenten dat ze verder niets van de zaak weten. Datum 27 januari 1712, quod attestor W. J. van Herwijk, substituut-secretaris.