maar zo het al het geval zou zijn voor het leveren van het paard en de kar, of het nu waar is of onwaar, aan zijn waarde wordt gelaten, zij dan die aktie zou moeten institueren. (436L) ten laste van Jacob Peeters zijnde haar broer die met haar voor zijn part gecontracteerd zou mogen hebben. De gedaagde heeft alleen maar te doen met diegene waarmee gecontracteerd is (436R) en dat is met Jacob Peeters. Gedaagde heeft samen met de zoon van gedaagde de kar gevoerd en op de paarden gelet. Zoals deze Jacop ook zelf (437L) de helft van alle baten en profijten van die gelegenheid heeft geprofiteerd en ontvangen, behalve dat er nog een klein bedrag van staat te vorderen vanwege de gemeente (437R) zoals blijkt uit bijgevoegd stuk nr. 3. Dat aanlegster zeer verkeerdelijk met haar opgeraapte actie hier ten laste van de gedaagde voor de dag komt.