skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

De Commissaris van de Koningin over Luyksgestel

BHIC
BHIC Bhic
vertelde op 1 april 2009
bijgewerkt op 2 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Luyksgestel te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Luijksgestel

Den 13 Mei 1899 bezocht ik voor de tweede keer deze gemeente; de eerste maal kwam ik aldaar op 17 Aug. 1895. Ik reed van het station Valkenswaard over Dommelen, Westerhoven en Bergeyk naar Luyksgestel; later keerde ik langs denzelfden weg naar Valkenswaard terug. Onderweg ontbeet ik bij de kinderen Lommelaers te Bergeyk.

Op het Raadhuis vond ik B. en W.; allen, maar vooral de burgemeester, waren zeer onder den indruk van de vele moeielijkheden, welke er tegenwoordig in de gemeente bestonden naar aanleiding van bekeuringen, door den veldwachter tijdens de Vastenavonddagen ingesteld, wegens herbergovertredingen. Men schreef die moeielijkheden toe aan een zekeren Martens, een herbergier, gepensioneerd commies; die zou het volk opwinden, requesten schrijven en aan het bestuur zoo veel moeielijkheden in den weg leggen, dat de toestand allengs onhoudbaar wordt.

Op mijne audientie verschenen successievelijk de Pastoor van Luyksgestel; deze pleitte zeer voor den burgemeester. Het clubje Martens c.s. waren Roomsch in naam, maar niet in hun hart; het waren slechte menschen, volgens den Pastoor tot alles in staat.

Er zijn groote zinkfabrieken te Neerpelt (Belgie); daar wordt veel geld verdiend; daar werken enkele jongens uit Luyksgestel. Des Zondags, met kermis, met Vastenavond, enz. komen Belgische werklui uit Neerpelt naar Luyksgestel; deze scheppen daar dan den boel op, zij zijn dikwijls gewapend; voor 2 jr. werd op den veldwachter geschoten en maken groote verteringen, gewoonlijk bij Martens.

Om daaraan een einde te maken, heeft de burgemeester door de Marechaussee uit Bergeyk en zijn veldwachter met Vastenavond op herbergovertredingen laten letten. Het gevolg daarvan is geweest, dat er verscheiden bekeuringen zijn gevallen, dat er gewelddadig verzet tegen de politie heeft plaats gehad, en dat daarvoor zware straffen zijn gegeven door de Rechtbank te ’s Bosch. De veroordeelden zijn in appel gekomen; de beslissing van het Hof moet nog volgen. Pastoor én Burgemeester vreesden dat er Belgen als getuigen à decharge zouden worden medegebracht, die niet tegen meineed zouden opzien; beklaagden hadden eerst heel Luyksgestel afgeloopen om iemand te vinden, die als getuige à décharge wilden optreden, maar hadden daarvoor niemand kunnen vinden.

Achtereenvolgens verschenen op mijne audientie de bovengenoemde Martens, F. Teeuwes, A. Teeuwes, J. Thijssen, H. Gerardts en J. Verhoeven. Zij kwamen allen met dezelfde klachten tegen den veldwachter; dat die zijn plicht niet deed enz. Omdat het blijkbaar afgesproken werk was, stond ik hen slechts zeer kort te woord.

De veldwachter Borrenbergs klaagde, dat zijn tractement zoo klein was (f. 200); dat hij daarom wel gedwongen was, zijne boerderij zelf te bewerken, omdat hij anders niet kan leven. Ik drong daarop bij B. en W. aan op verhooging van het tractement van den veldwachter met f. 50; voor dat geld kon hij dan zijne boerderij doen bewerken, en kon hij dan zelf weer als veldwachter dienst doen. B. en W. schenen wel ooren te hebben naar mijn verzoek.

Op mijn vraag, waarom de jacht zoo weinig aan huur opbrengt (f. 6 voor ± 800 H.A.) antwoordde de burgemeester, dat die jacht geregeld door Belgen wordt afgestroopt; deze komen steeds met velen tegelijk, en jagen dan brutaalweg tot kort bij de eerste huizen van Luyksgestel; verder durven ze ook niet te komen. Een veldwachter is tegen hen onmachtig; de burgemeester, die zelf jaagt, heeft meermalen voor hen moeten vluchten; hij moest dan zijn geweer op den schouder nemen, omdat de Belgen dat eischten, en zich dan uit de voeten maken.

Een boer laadt hooi op de wagen (uitgever: J.H. Schaefer's, bron: RHCe)Een boer laadt hooi op de wagen (uitgever: J.H. Schaefer's, bron: RHCe)

Het gaat den inwoners van Luyksgestel zeer goed; armen zijn daar niet. Er zijn twee boterfabrieken; de boeren krijgen tegenwoordig geld in handen, en zetten hoe langer hoe meer koeien op; daardoor maken ze meer geld, kunnen meer kalveren aanhouden, meer varkens fokken of mesten, meer mest maken, hun land verbeteren en hun bedrijf uitbreiden. De boeren koopen hun hooi even over de grenzen; het is de tweede snede van Belgische weterweiden. De eerste snede wordt gekocht voor het Belgische leger.

De Boerenbond werkt sinds 3 jr. met veel succes te Luyksgestel; de Burgemeester is secretaris van de afdeeling. Vooral bij de oprichting van de roomboterfabriek maakte de Burgemeester zich verdienstelijk, nu laat hij het werk een beetje aan anderen over, omdat de zaak nu goed marcheert.

Den 26 Juni 1903 kwam ik weer in Luyksgestel. Ik reed er vanuit Eindhoven naar Valkenswaard en Bergeyk heen; ontbeet terugkomende bij de kinderen Lommelaars te Bergeyk; nam daar den zandweg naar Eersel; bezocht Eersel en Veldhoven; en keerde toen naar Eindhoven terug.

Het café van Montfoort, ca. 1915 (bron: RHCe)Het café van Montfoort, ca. 1915 (bron: RHCe)

De veroordeeling van Martens door de Bossche rechtbank is gevolgd door eene vrijspraak van het Hof. Desniettegenstaande zijn rust en orde in Luyksgestel teruggekeerd; des Zondagsavonds komt de marechaussee uit Bergeyk geregeld naar Luyksgestel; en daarvoor hebben de heeren respect. Processen-verbaal wegens overtreding van het politieuur in de herbergen, wegens openbare dronkenschap, wegens verzet tegen de politie komen zoo goed als niet meer voor.

Ook in ander opzicht laat de zedelijkheid der bevolking weinig te wenschen over; gedwongen huwelijken komen niet voor; onwettige geboorten ± 1 per jaar = 5%.

De raadsleden wonen nogal door de gemeente verspreid: drie wonen onder “Reid” nl. Borrenbergs (W.), Schoone en Martens; twee wonen in de kom, nl. Verhoeven (B.) en Melskens (W.); twee in Singelshoek, nl. Koolen en Mollen. Bij verkiezingen wordt er in den regel gestemd; schandalen wegens drankmisbruik zouden weinig voorkomen; de leden van den raad behoeven zich niet bezwaard te gevoelen, als zij hun zuiveringseed doen; altijd volgens B. en W. Van B. en W. maakt de 70-jarige wethouder Melskens mij den besten indruk.

Luyksgestel heeft nog al eigendommen; de mast wil er nog al goed groeien; die wordt dikwijls als mijnhout verkocht. Jaarlijks plant men ± 100.000 stuks plukmast; men laat die meestal uit Bergeyk komen. De grond wordt vooraf niet bewerkt. Men plant ± 18000 op de H.A. Luyksgestel heeft ± 798 H.A. eigendom; daarvan ± 100 H.A. met mast bezet; meestal jonge bosschen; de oudste zullen ± 15 jaren oud zijn. De gemeente heeft de bosschen niet tegen brand verzekerd; in dit voorjaar verbrandde een prachtig bosch van 12 jaren oud, en 3 H.A. groot; men schat de schade op f. 1.000.

Luyksgestel heeft wel gronden, die misschien geschikt zouden zijn voor den aanleg van natuurweiden; alvorens het te beproeven wil men den uitslag afwachten van dergelijke weiden, pas door Bergeyk aangelegd. De aanvankelijke resultaten in Bergeyk schijnen niet bevredigend; althans in 1903 was er niets gegroeid. In afwachting van definitieve resultaten in Bergeyk legt de gemeente maar bosschen aan.

De jacht op de gemeentegronden krijgt men tegen betaling van f. 3 per persoon; in 1902 bracht dat slechts f. 6.- op. Er is heel geen wild meer; alles is weggestroopt door de Belgen; daardoor komen er ook geen Belgische stroopers meer; men kan drie dagen loopen, zonder dat men een beest ziet. Wel een verschil met het naburige Postel, dat geheel behoort aan den Baron de Brocqueville te Brussel, en waar deze om een weddenschap te winnen in 1902 in één week voor zijn hoofd 1.000 konijnen schoot!

 De oude St.Martinuskerk, ca. 1915 (bron: RHCe) De oude St.Martinuskerk, ca. 1915 (bron: RHCe)

Men is voornemens het raadhuis te vergrooten; men zal er het daar naast staande brandspuithuisje bij aantrekken; dan krijgt men twee behoorlijke kamers; nu is althans de kamer, waar ik ontvangen werd, belachelijk klein.

In het voorjaar hebben alle boeren en naastbijwonende menschen geholpen aan het opmaken van de zandwegen die door het hooge water veel geleden hadden; feitelijk hand- en spandiensten zonder dat daarvan een kohier is opgemaakt. Heel Luyksgestel is Katholiek; slechts één ongehuwde commies is Protestant.

Herhalingsonderwijs wordt gegeven aan 12 jongens; het wordt zeer op prijs gesteld. Overtredingen van de leerplichtwet behoefden niet bij proces-verbaal te worden geconstateerd. Er zijn geen armen in de gemeente; geregelde bedeeling vanwege het armbestuur heeft niet plaats; wel worden vanwege dat bestuur 4 ouden van dagen in een gesticht verpleegd; daarmede zijn trouwens ongeveer alle fondsen van het armbestuur gemoeid. Gedwongen winkelnering komt in Luyksgestel niet voor.

Men klaagt zeer over den slecht geregelden dienst van het postwezen; vroeger was er een postmeester; toen deze omstreeks 1880 fraudeerde, werd het hulpkantoor opgeheven. Daardoor boette feitelijk Luyksgestel voor de zonde van den postmeester. Ik heb de Heeren geraden zich te wenden tot den Inspecteur te ’s Bosch, liever dan tot den Afgevaardigde Van den Heuvel.

Audientie verleend aan den pastoor; deze had niets bijzonders te vertellen. Er bestond in der tijd eene uitgebreide handel in vrouwenhaar in Luyksgestel; kooplieden reisden naar Duitschland (Bückeburg, Dingelstadt); daar kochten ze het haar der vrouwen (dat van de vrouwen in Luyksgestel kochten ze niet; dat was niet fijn en mooi genoeg); in Luyksgestel werd het bereid; en vandaar werd het met honderden kilo’s naar New York gezonden, waar weer Luyksgestelnaren woonden, die het daar aan den man brachten; vroeger zijn daarmede tonnen gouds verdiend; thans gaat het niet zoo goed meer, omdat de Joden getracht hebben zich van dien handel te empareeren. Er zijn nog 4 kooplieden uit Luyksgestel, die ter zake geregeld naar Duitschland gaan.

Commissaris der Koningin Van Voorst tot VoorstCommissaris der Koningin Van Voorst tot Voorst

Tot mijne niet geringe verbazing had men mij ter eere een eereboog opgericht en versierde paaltjes langs den weg gezet; bij onderzoek bleek mij, dat al dat moois in den regel diende bij eene Processie met het Heilig Sacrament, en dat men nu al die zaken van den Pastoor had geleend! Ik zeide aan B. en W. dat zij een volgende keer niet weer zooveel drukte moesten maken.

Den 7 Maart 1907 kwam ik weer in Luyksgestel. Met een Eindhovensch rijtuig reed ik van het station Valkenswaard naar Luyksgestel (ruim 15 K.M.). Ik bezocht later nog Westerhoven en keerde ’s avonds via Valkenswaard naar Den Bosch terug. Aangezien de Heer Verdijk ziek was geworden, kon ik de administratie van den secretaris en van den ontvanger niet laten controleeren.

Ik verleende audientie aan het oud schoolhoofd Loos; hij vroeg mijne tusschenkomst om toch eindelijk in het genot van zijn pensioen gesteld te worden; hij werd nl. reeds den 16 Januari 1906 gepensioneerd, en beurde sindsdien geen rooie cent.

Het Raadslid Martens wilde mijn steun, opdat het armbestuur een H.A. grond voor minder dan f. 100,- van de gemeente zou kunnen koopen; hij klaagde over het rooken der kachels op school, waardoor de kinderen dikwijls naar huis moesten gezonden worden; hij vroeg een consent tot het schieten van schadelijke gedierte.

v.d. Cruysen, bierbrouwer, en v. Montfort, koopman vragen steun op hun adres, dat te Luyksgestel een douanekantoor zal gevestigd worden; men zou in Belgie genegen zijn, om daar dan eveneens een douanekantoor te vestigen; men moet nu steeds een omweg maken van eenige uren langs een gedeeltelijk niet verharden weg. De wethouder Melskens vraagt eene vergunning om schadelijk gedierte te schieten; hij had er 38 jr. lang eene gehad.

Er is thans een tweede postbestelling gekomen vanuit Bergeyk, hoewel men liever een eigen kantoor had, is men nu toch van veel betere conditie geworden.

De handel op Amerika in vrouwenhaar is zoo goed als gedaan; nog twee menschen gaan van tijd tot tijd naar Duitschland, om vrouwenhaar te koopen. Rust en vrede is in de gemeente geheel weergekeerd; politiezaken komen zoo goed als niet voor; de mareschaussee’s werden van Bergeyk verplaatst naar Westerhoven; deze zijn nu te ver van Luyksgestel om er nog dienst van te hebben.

Het ontginnen door middel van diepploegen (bron: RHCe)Het ontginnen door middel van diepploegen (bron: RHCe)

De aftredende raadsleden werden in den laatsten tijd bij candidaatsstelling herkozen. De ontginning van woeste gronden tot natuurweiden gaf goede resultaten; men heeft nu 8 H.A. aangelegd, en gaat in 1907 nog weer 4 H.A. ontginnen. De school is verbouwd en vergroot; de schoorsteenen deugen niet; met de zogenaamde rappel schoorsteenen kan men blijkbaar niet over weg; ze zijn vermoedelijk verkeerd gebouwd. Het brandspuithuisje werd bij het Raadhuis getrokken; ook nu nog beantwoordt dit niet aan de meest bescheiden eischen; het lijkt nog nergens naar!

Met het Staatsboschbeheer had men zich nog niet in verbinding gesteld tot aanleg en exploitatie van bosschen; het gemeentebestuur daar ernstig toe aangezet. Men erkende de noodzakelijkheid van de nieuwe voorschriften omtrent het ruimen der waterleidingen; men zag evenwel zeer op tegen de daaruit voor de gemeente voortvloeiende kosten.

Er komt eene nieuwe zinkfabriek te Lommel; men vreest, dat zulks eenen ongunstigen invloed zal oefenen op Luyksgestel, wanneer velen op die fabriek zullen gaan werken. Tot nu toe was de moraliteit van de bevolking onder ieder opzicht zeer groot; er wordt zelfs zoo goed als geen drank gebruikt.

Den 12 Mei 1911 bezocht ik Luyksgestel en Bergeyk. Aan het station Valkenswaard vond ik mijn rijtuig; des avonds nam ik te Valkenswaard weer den trein naar Den Bosch. Burgemeester Ploegmakers heeft voor f. 1700 een huis met een halven bunder land gekocht in de kom van de gemeente; binnen enkele weken kan zijn huwelijk met Juffr. C. Broekman uit Geldrop doorgaan.

Het huis van gemeentescretaris Verhoeven, ca. 1920 (bron: RHCe)Het huis van gemeentescretaris Verhoeven, ca. 1920 (bron: RHCe)

De ongelukkige benoeming van W. Verhoeven tot gemeentesecretaris was mogelijk, doordat wethouder Melskens omgevallen was; tegen zijne benoeming waren aanvankelijk de wethouders Melskens en Martens, en de raadsleden van Montfort en Rombouts. Doordat Melskens zich liet bepraten, was er ten slotte eene meerderheid voor Verhoeven.

De burgemeester klaagt erg over Verhoeven; hij drinkt; eens was hij drie dagen lang onder water, en trok zich van de secretarie niets aan; burgemeester deelde dat in den Raad mede, en zeide daar namens B. en W. dat, als zulks ooit weer mocht voorkomen, B. en W. zouden voorstellen hem te schorsen.

De burgemeester legde een uitvoerig register aan inzake de exploitatie der gemeentelijke bezittingen; ook maakte hij een extract uit het kadastrale plan, dat echter verongelukte, toen het op linnen geplakt werd; hij zal eene nieuwe kaart maken. Er worden vele gronden ontgonnen; 16 H.A. natuurweide zijn in exploitatie; de slechste levert toch nog 10% op, bovendien zijn nog 8 H.A. in aanleg; ongeveer 30 H.A. dennenbosch, meestal jonge bosschen. De bosschen zijn nog niet tegen brand verzekerd.

Ten gevolge van de benoeming van den jongen Verhoeven tot gemeentesecretaris zal men trachten in 1911 den ouden Verhoeven en den wethouder Melskens uit den Raad te gooien. Pastoor heeft een patronaat en wil dat de jongens die daar gaan het herhalingsonderwijs volgen; vandaar dat er wel dertig kinderen zijn, die naar de herhalingsschool gaan.

De twee roomboterfabrieken zijn samengesmolten tot ééne fabriek met vierhonderd koeien, welke goed werkt.

De veldwachter zal f. 25 gratificatie krijgen; sterk aangedrongen, dat dit bedrag bij het tractement gelegd wordt.

Den 9 Juni 1916 bezocht ik per auto vanuit Eindhoven de gemeenten Luyksgestel, Bergeyk en Westerhoven. Burgemeester Van Vlokhoven valt mij niet mede; heel veel initiatief zal er van hem niet uitgaan. Hij komt in alles dadelijk met bezwaren; alles is te duur: wegen, waterleidingen, ontginningen. Een verstandig bestuur van de gemeente, waarbij hij zoowel voor het tegenwoordige als voor de toekomst zorgt, zal hij naar ik vrees niet weten te voeren. Het is erg jammer, want de uitgestrekte gemeentelijke bezittingen (± 700 H.A.) konden zooveel bijdragen voor nu, én voor de toekomst. Van Vlokhoven denkt vooral aan het heden; accepteert f. 1.600 uit de natuurweiden, maar wil van ontginningen tot bosch, waarvoor groote terreinen uitstekend geschikt zijn, niets weten. Ik heb de hulp van het Staatsboschbeheer sterk aanbevolen; hij wil daarvan niets weten; het is te duur. Een kaart van de gemeentelijke bezittingen is er niet; die zal gemaakt worden.

De secretaris Verhoeven gaat zich niet meer aan drankmisbruik te buiten.

Zuivelfabriek St. Bernardus te 't Loo, ca. 1920 (bron: RHCe)Zuivelfabriek St. Bernardus te 't Loo, ca. 1920 (bron: RHCe)

Riethoven, het Loo en Luyksgestel hebben samen een stoomzuivelfabriek te het Loo, voor 1.500 koeien, waarvan 400 uit Luyksgestel. De haarhandel op Amerika is gedaan; het haar van Chineesche vrouwen gaat nu naar Amerika; het is lang, en wordt gemakkelijk in alle tinten geverfd. Er is een tijd lang sterk gesmokkeld, vooral door de Belgen; het is nu zoo goed als geheel gedaan.

De Duitschers zijn bezig een draad te spannen langs de grens; alles, wat in den weg staat, wordt gekapt, de huizen worden afgebroken. Binnenkort is het klaar en zal er een electrische stroom door heen geleid worden.

Men klaagt sterk over wildschade en konijnenschade. Als burgemeester het met zijne wethouders niet eens is, dan schreeuwt hij hard, maar geeft geen argumenten. Hij is gehuwd en heeft eene woning gekocht vlak naast het Raadhuis. De familie Van den Heuij is niet met zijne vrouw mede gekomen; zij is in Oerle blijven wonen.

Den 13 Augustus 1920 kwam ik weer in Luyksgestel. De verkiezingen 1919 brachten vier andere raadsleden, twee andere wethouders. De verhoudingen in de gemeente zijn zeer gespannen; de klachten daarover namen zoo buitengewoon veel tijd in beslag, dat er voor de behandeling van het gemeenteverslag en van mijne notities geen tijd overbleef.

De pastoor (Janssen) klaagde over den burgemeester, hij noemde hem vreemd en kinderachtig. Zoo heeft hij zich verzet tegen de oprichting van de burgerwacht; zoo wil hij niets weten van drankbestrijding; zoo gaat hij de kermis weer invoeren en gelegenheid tot dansen geven tot ’s avonds elf uur; zoo komt hij op den tong, door dat hij veel te familiair is met eene logee van den secretaris, een meisje uit Rotterdam; doordat hij veel te groote vrienden is met eene zuster van secretaris Verhoeven. De pastoor kan den burgemeester niet meer in zijn huis ontvangen.

Wethouder Van den Boer klaagt, dat de wethouders en de burgemeester in tweedracht leven. De burgemeester heeft geen interesse voor de ontginningen; hij komt er nooit; als de wethouders hem daarheen willen medenemen, heeft hij geen tijd. Hij werkt de burgerwacht tegen; hij was oorzaak, dat ze geen geweren konden krijgen, totdat de Majoor zelf poolshoogtekwam nemen; en toen kwamen de geweren direct. Hij is sinds Nieuwjaar minstens honderd dagen uit de gemeente afwezig geweest. Hij weet alle gemeentelijke ontginningen niet eens te liggen. Er zijn geen vaste dagen voor de vergaderingen van B. en W.

Wethouder Van Montfort klaagt, dat de wethouders nergens in gekend worden; zij hooren en weten van niets; burgemeester, secretaris en veldwachter zijn feitelijk Burgemeester en Wethouders; hij wil daarom maar liever zijn ontslag nemen. Er zijn geen vaste dagen voor de vergaderingen van B. en W. Als de burgemeester eens verkiest te vergaderen, krijgt Van Montfort om half twaalf bericht, dat er om elf uur vergadering is. Hij is sinds september wethouder; heeft nog nooit notulen van B. en W. gezien. Alles gaat buiten de wethouders om, tot bestelling van groote hoeveelheden kunstmest toe; de wethouders weten daar niets van.

De volgende week komt er weer volop kermis; volop dansmuziek tot ’s nachts elf uur; de werkplaats van een koperslager wordt ontruimd en tot danszaal ingericht. Er is in geen zes jaar kermis geweest; vóór 1914 dansten alleen de jongens met elkaar; thans zullen er ook de meisjes komen dansen; de burgemeester heeft dat aan de kasteleins beloofd. Hij handelt hierin geheel op eigen houtje; dat is zijn recht, omdat volgens de politieverordening de burgemeester permissie geeft. In zoo’n belangrijke zaak had de burgemeester, die nog zoo kort in Luyksgestel is en de gemeente nog zoo weinig kent, toch wel eens overleg mogen plegen met de wethouders.

Burgemeester is voortdurend afwezig; sinds 1 Januari 17 keer in 87 dagen; de dagen waarop hij slechts een dag weg is - wat veelvuldig voorkomt - zijn hieronder niet begrepen. Als hij weggaat, geeft hij daarvan geen kennis aan den wethouder-plaatsvervangend burgemeester. De stukken worden dan door de post aan den secretaris gebracht. Buitenaf, tot in Swalmen toe klaagt de burgemeester over zijn wethouders.

De burgemeester komt met de meest onbekookte voorstellen: hij wil de bosschen hakken en in plaats daarvan bloembollen telen; hij wil de fietspaden over brengen naar het midden van den weg. Geen wonder, dat de wethouders zoo een burgemeester daarbij niet steunen! De levenswijze van den burgemeester is oorzaak, dat zijn gedrag zeer besproken wordt; ’s nachts om half een is hij nog op pad met de zuster van den secretaris; hij neemt dat meisje achter op zijn motorfiets mede naar Valkenswaard enz.

Een stoomploeg ploegt de ontginningen, ca. 1909Een stoomploeg ploegt de ontginningen, ca. 1909

De ontginningen interesseren den burgemeester niet. Aan een complex van tien hectare werd twee maanden gewerkt; de burgemeester is daar twee keer geweest, eens met juffrouw Verhoeven, en eens met de wethouders. De burgemeester houdt den veldwachter niet aan zijn plicht; deze houdt geen toezicht, vooral niet op velddiefstallen; maakt geen verbalen. Toen er politietroepen zouden komen, was de burgemeester daar tegen; hij nam het Van Montfort kwalijk, dat deze den Majoor behulpzaam was geweest bij het zoeken naar een terrein, waar het blokhuis moest gebouwd worden.

Van Montfort stelde mij eene photografie ter hand; de burgemeester ligt daar op de rug, de mond geopend; eene juffrouw houdt hem eene geneverkruik voor, waaruit de burgemeester blijkbaar moet drinken!

Alle deze klachten heb ik direct met den burgemeester behandeld; deze heette alles vrijwel gelogen. Ik heb er toen de wethouders bijgehaald, en met hen de klachten nog eens nagegaan; de burgemeester heeft toen vrij wel alles toegegeven, behalve de weinige belangstelling in de ontginningen: daar was hij meer dan twee keeren geweest. Toen ik heen ging heb ik de wethouders gevraagd, alle persoonlijke gevoeligheid opzijde te zetten, en, in het belang van de gemeente met den burgemeester te blijven samenwerken, zoo lang deze er nog zou zijn.

Den 16 Juli 1924 kwam ik weer in Luyksgestel. De les, in 1920 aan den burgemeester toegediend, heeft veel geholpen. Thans geen ernstige klachten, integendeel, het schijnt thans vrij goed te gaan. Sinds 1920 kwam er een anderen pastoor. De Heer Jansen werd verplaatst naar St. Michielsgestel; in zijn plaats kwam pastoor Van Dooren, geboortig uit Oerle; hij was kapelaan in Tilburg en daarna in Gemert. De Heer Meijlink is met hem goede vrienden, en komt bij hem aan huis.

Met kermis wordt er nog in de herbergen gedanst tot ’s avonds acht uur; politieuur is ’s zomers elf uur en ’s winters tien uur. In den laatsten tijd wordt er niet veel meer ontgonnen; het is te duur; maar burgemeester interesseert zich wel naar de gemeentelijke bezittingen, en komt daar wel, met de wethouders. Hij is niet meer zoo veel afwezig: eens in de maand gaat hij voor een weekend naar Den Bosch.

B. en W. vergaderen thans geregeld op Zaterdag. De wethouders worden behoorlijk in alles gekend; van hunne vergaderingen worden notulen gehouden. Een en ander werd mij bevestigd door de beide wethouders, van wie de Heer Van den Boer in 1920 een der groote klagers was.

Van eene vereeniging met Bergeyk wil men niets weten; de vereeniging van Aalst-Waalre strekt tot afschrikwekkend voorbeeld.

Van de exploitatie van de gemeentelijke bezittingen zal Winkelman eene beschrijving met eene kaart maken. Men heeft nl. ten vorigen jare met Staatsboschbedrijf gecontracteerd voor de bebossching van 400 hectare. Dit voorjaar werden de eerste 19 hectare op geplant.

De toren, gebouwd in de 15e eeuw (Collectie PNB, 1991)De toren, gebouwd in de 15e eeuw (Collectie PNB, 1991)

Aangesloten met Riethoven en het Loo aan de stoomzuivelfabriek te Het Loo; 448 koeien uit Luyksgestel. Aan de Belgische grens wordt konijnenschade geleden; verder in de gemeente niet. Baron Gilles de Pelichy te Brussel heeft een bezit van 137.75.40 H.A. in Luyksgestel. Behoorlijke verloskundige hulp is er in de gemeente niet.

Men is bezig met de electrificatie van de gemeente; om te voorkomen, dat zij die aansluiten, petroleum branden, wordt een vastrecht tarief toegepast; f. 2 in de maand voor een tot drie lichtpunten, ook wanneer men ze niet brandt.

Men is in onderhandeling met het Rijk om een subsidie in de kosten van herstel van den mooien ouden gemeentetoren; die schijnt zeer bouwvallig te worden. Men is zeer en peine, omdat men de school moet verbouwen en daarvoor geen geld heeft; ik deelde de Heeren mede, dat er weinig kans was op het verkrijgen van een Rijkssubsidie. Verordening op de hand- en spandiensten wordt niet meer toegepast. Geen brandspuiten; het is een oude rommel; er is toch geen water. Brandkuilen? Autobus krijgt f. 400 subsidie van de gemeente.

 

Reacties (2)

Marion Putman de zei op 29 november 2018 om 19:02
Zo leuk om de geschiedenis te lezen van Luyksgestel

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.