skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Een tafelpartij in Berlicum in 1933

In de vroege avond van donderdag 12 oktober 1933 werd in Berlicum onder aanmoediging van een grote menigte het huis van de familie Van Grinsven grondig vernield. Waarom? De moeder en dochter in dat huis zouden hun oude man c.q. vader zeer slecht hebben behandeld en verdienden daarom blijkbaar een lesje. Dit geval van ‘tafelen’ of ‘toffelen’, zoals deze vorm van volksgericht wel werd genoemd, haalde indertijd de landelijke pers.

Wat er gebeurde aan de Milrooijseweg

Foto: Fotopersbureau Het Zuiden (BHIC, fotonrs. 1627-489,  490 en 491)
Foto: Fotopersbureau Het Zuiden (BHIC, fotonrs. 1627-489, 490 en 491)

Wat was er precies gebeurd? Die avond verzamelde zich met veel herrie – er werd geblazen op lampenglazen en geslagen op blikken bussen – een grote menigte voor het splinternieuwe huis van de familie Van Grinsven, aan het begin van de Milrooijseweg. Aangemoedigd door de massa ging een groepje jonge mannen over tot de aanval: de ruiten van de woning werden ingegooid, de houten luiken vernield. Van een bouwplaats in de buurt werden houten steigerpalen gehaald, waarmee de voordeur werd geramd. Moeder en dochter Van Grinsven, die zich op dat moment in het huis bevonden, konden niet meer vluchten en verschansten zich in een kast in de achterkamer. De aanvallers drongen het huis binnen en sloegen, aangemoedigd door de menigte omstanders, de huisraad kort en klein.

Toen men aanstalte maakte om ook het dak onder handen te nemen, verscheen rond half tien veldwachter Smekens ten tonele. Eén man tegen een opgehitste menigte, maar wel een man met het wettelijk gezag achter zich en met de nodige natuurlijke autoriteit. Zijn komst had een ontnuchterend effect op de massa. De geweldplegers kozen het hazenpad, de toeschouwers dropen af. Met een lantaarn in de hand wist Smekens zich een weg te banen door de ravage en betrad het pand, waar hij de doodsbange moeder en dochter uit hun benarde positie bevrijdde.

“O, o, wat een ellende,” riepen de vrouwen, terwijl ze de kast uitkropen., “En det ze ons dè nu motten aandoen, wij, die zoo goed veur voaders gewist zijn.”

“Ja, ja,” antwoordde de veldwachter, “dat weet ik niet, dat zullen jullie zelf het best weten.”
Erg veel sympathie kon Smekens blijkbaar niet opbrengen voor de dames.

De tafelpartij in de pers

Niet alleen in de regionale pers, ook in zowat alle dagbladen in het land – ja zelfs tot in Nederlands-Indië toe - werd in afkeurende bewoordingen bericht over het tafelen in Berlicum en over het verdere verloop van de zaak. Het meest uitgebreid is de berichtgeving in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant (lees hier wat deze krant tussen 13 en 21 oktober 1933 over de kwestie berichtte), die de verslagen van maar liefst twee correspondenten (een van hen tekende de hiervoor aangehaalde conversatie tussen slachtoffers en veldwachter op). En in die tijd nog uitzonderlijker: er werd zelfs een foto van de ravage afgedrukt.

In zijn roman Peerke, dat manneke (1926, in 1935 herschreven als Peerke, den haas) had journalist en schrijver Antoon Coolen de duistere kanten van het Brabantse volksleven al eens belicht. De gebeurtenissen in Berlicum raakten hem blijkbaar zozeer dat hij er op 21 oktober de Brief van de Romeijn, zijn wekelijkse column in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, aan wijdde, onder de titel Volksgericht van het tafelen. Aan de ene kant acht hij het onbillijk dat men de Zuidelijke volksondeugden dubbel zwaar aanrekent vanuit sommige milieu’s in het Noorden, waar de criminaliteit en de verwildering evenzeer en erger hun duistere schaduwen werpen. Maar hij is anderzijds ook zeer kritisch: het tafelen is een barbaarsch volksgebruik. En de Brabander krijgt een behoorlijke veeg uit de pan mee: Ons volk is arm aan humor [...]. De Brabantsche humor is schraal en droog, als het grootste gedeelte van onzen zandgrond. [...] Zoo gauw er de uitbundigheid aan te pas komt wordt de humor flauw en de vreugde ruw. Hierin ligt het wezensonderscheid tusschen den schralen humor van de Brabantsche Kempen en de gulle humor van het zoveel “vettere” Vlaanderen.

Gerechtelijk onderzoek en nasleep

Veldwachter Smekens (bron: Hkk 'De Plaets', fotonr. 03864)
Veldwachter Smekens (bron: Hkk 'De Plaets', fotonr. 03864)

Op de avond zelf had veldwachter Smekens toen hij eenmaal ter plaatse was al beloofd: "Dit muisje zal nog een staartje hebben". En hij hield woord: al de volgende dag werden drie verdachten gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring in ’s-Hertogenbosch. De kranten geven de volgende bijzonderheden: M.V., 39 jaar, sigarenmaker, P.V., 27 jaar opperman, en M.v.L., 36 jaar, grondwerker, allen te Berlicum. Een verhoor door de Rechter Commissaris volgde. De verdachten zullen hebben gezwegen en het onderzoek ter plaatse leverde blijkbaar ook weinig of niets op.

En zo werden de drie verdachten al een week later, op vrijdag 20 oktober, weer in vrijheid gesteld. En dat lag ook wel in de lijn der verwachting. De Berlicumse bevolking zweeg collectief. Op de vraag van de verslaggever van de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant of de schuldigen gevonden konden worden keek men ons eens wantrouwend aan en antwoordde kort: “Verrade is uitgesloten, want wie den euvelen moed heeft om enkelen te verraden, die kan het ‘tuefelen” bij h’m verwachten”.

Deze houding van de lokale bevolking, deze muur van zwijgen, is ook de reden dat veel uitingen van volksgerichten ‘onder de radar’ van de justitiële autoriteiten bleven. In de gerechtelijke archieven die op het BHIC bewaard worden zoekt men dan ook vergeefs naar vermeldingen van de Berlicumse tafelpartij van 1933. En zo zal het veel vaker zijn gegaan, en dat al eeuwenlang. Onderzoek in de archieven van de Raad van Brabant (17e – 18e eeuw) bijvoorbeeld leverde slechts vier zaken op waarbij sprake was van volksgerichten, terwijl er in werkelijkheid veel meer van dit soort incidenten zullen hebben plaatsgevonden.

Pas als de pers er in de jaren dertig van de twintigste eeuw aandacht aan gaat besteden, komen dit soort incidenten opeens veel vaker aan het licht. Zo lezen we over gevallen in
Helvoirt (1933), Bakel (1934), Beek en Donk (1936) en zelfs nog in 1947 in Tilburg.

Hoe het verder ging in Berlicum

Bidprentje van M. van Grinsven (bron: HKK 'De Plaets', bidpentnr. 1934111601)
Bidprentje van M. van Grinsven (bron: HKK 'De Plaets', bidpentnr. 1934111601)

Nog even terug naar Berlicum. Hoe zat het met de slachtoffers? Martinus van Grinsven, de oude man, wiens slechte behandeling door zijn vrouw en dochter de aanleiding tot de tafelpartij was geweest, overleed een jaar later op 16 november 1934. Zijn echtgenote, Hendrica Cornelia van der Cammen, was al een paar dagen eerder, op de 7e gestorven. Op hun bidprentjes geen spoor van echtelijke onenigheid. Maar dat was natuurlijk ook niet te verwachten.

De gearresteerde Berlicummers keerden na hun vrijlating terug in het dorp. Het is maar de vraag of deze drie mannen van 26, 37 en 39 jaar ook de daadwerkelijke geweldplegers waren. Gewoonlijk waren het opgeschoten jongeren die de vernielingen aanrichtten, hoewel er in de verslagen in de krant alleen maar sprake is van belhamels. Zeker is dat de broers V. buurtgenoten waren van de familie Van Grinsven: ze woonden vlakbij aan de Westakkers. De derde verdachte was getrouwd met een zus van de vrouw van een van de broers V. Waren zij het die zich het lot van de oude Martinus van Grinsven aantrokken en de gemeenschap hadden opgetrommeld? We weten het niet. Ze zijn vrijgesproken en leefden nog lang (ze stierven respectievelijk in 1968, 1975 en 1980) en hopelijk gelukkig.

O ja, dan nog even dit. De Berlicumse tafelpartij is toch ergens in onze archieven terug te vinden. Niet in de rechtbankarchieven, maar wel in het archief van de Gevangenissen in ’s-Hertogenbosch, en wel in het inschrijvingsregister van het Huis van Bewaring. Daarin is netjes genoteerd wanneer de drie verdachten zijn ingesloten en weer vrijgelaten, en zijn bovendien nog veel meer persoonlijke details te lezen.

Inschrijvingsregister voorlopig aangehoudenen, Huis van Bewaring (BHIC, 52-566)
Inschrijvingsregister voorlopig aangehoudenen, Huis van Bewaring (BHIC, 52-566)


Inschrijvingsregister voorlopig aangehoudenen, Huis van Bewaring (BHIC, 52-566)
Inschrijvingsregister voorlopig aangehoudenen, Huis van Bewaring (BHIC, 52-566)

Bronnen en literatuur:

Beatrix C.M. Jacobs, ‘Van gericht tot gerecht. Justitieel optreden tegen charivari's in oostelijk Brabant’, Volkskundig Bulletin 15,3 (1989) 351-364
W. van der Heijden, Berlicum. Zwerftocht door het verleden II (Berlicum 1984) 351-352
Cor Swanenberg, Wiej wè bewaort diej he’wè (Almere en Enschede 2003) 410-411

Reacties (1)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 20 april 2022 om 09:03
Indrukwekkend verhaal, Anton! En voor iedereen die hier meer over wil horen, luister dan naar de vijfde aflevering van onze podcast Het geheugen van Brabant, want daarin hoor je meer over bijzondere tradities (waaronder dit tafelen).

Je vindt de podcast via deze link: https://bhic.fireside.fm/5

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.