Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In de veertien jaar dat Jansen burgemeester was van Cuijk, heeft het dorp een ingrijpende metamorfose ondergaan: van een vooral agrarische gemeente naar een dorp met allerlei industrie en bijna tweemaal zoveel inwoners.
Lodewijk Frank Willem Jansen werd op 1 februari 1946 burgemeester van Cuijk en Sint Agatha. Hij kwam oorspronkelijk uit Brummen (bij Zutphen), maar kende het Land van Cuijk op zijn duimpje. Jansen had gedurende de oorlogsjaren veel werk verricht in het verzet. “Ik rolde daar in, niet uit ideologie maar vanuit een woede tegen de brutale bezetting van ons land”, zo vertelde hij later. Een groot gedeelte van de tijd zat hij in de regio Cuijk en Beers, zonder vast adres.
Niemand wist waar hij zat, op één persoon na. De pastorie in Beers was zijn plek om zo nu en dan bij te komen van het verzetswerk. In Cuijk nam hij vaak de trein met neergestorte geallieerde piloten, die naar de Spaanse grens moesten worden gebracht. Het was in Cuijk minder gevaarlijk om op de trein te stappen dan in Nijmegen.
Na de oorlog leek het hem wel wat om burgemeester te worden. “Burgemeester zijn is machtig interessant”, was zijn formulering. Hij solliciteerde naar Cuijk en Sint Agatha. Tot zijn eigen verbazing werd hij benoemd. Zijn taak zou zijn om Cuijk op te bouwen en dat deed hij voortvarend. Desnoods charterde hij zelf schepen als de cementaanvoer voor de woningbouw stagneerde. Net zoals hij hoogstpersoonlijk de Exporumstier binnenhaalde.
Daadkrachtig dus, én met oog voor de mensen. Niet alleen werkgelegenheid, maar ook nieuwe scholen om een nieuwe generatie op andere leest te schoeien, een jeugdhuis, jeugdverenigingen, een schouwburg: alles om de snelle overgang van agrarische gemeenschap naar moderne industriegemeente binnen één generatie tot een succes te maken.
Natuurlijk kon niet iedereen die daadkracht waarderen. Jansen kreeg ook de bijnaam van “de sloper”. Toch was hij vooral een bouwer. Zo was Cuijk de eerste gemeente in Nederland waar een wijk werd aangesloten op een gasnet. Niet voor niets kreeg hij van zijn naaste medewerkers bij zijn vertrek van Cuijk naar Oss in 1959 een bijltje: symbool voor zijn vermogen knopen door te hakken.