Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De eigenaar was toen Jan van Bladel, die de molen in leen hield van de hertog. Het betrof een houten onderslagmolen, gelegen op de Grote Beerze, tussen Bladel en Casteren in.
In 1331 werd de molen een banmolen, dat wil zeggen dat de boeren uit de omgeving verplicht waren hun graan op deze molen te laten malen. Na de Tachtigjarige Oorlog werden alle bezittingen van geestelijke instellingen, zoals de abdij van Postel, door de Staten –Generaal geconfisqueerd. De Rentmeester van de geestelijke Goederen, later Domeinen genoemd, beheerde deze bezittingen. In 1738 verkocht Domeinen de molen aan Lambert de Bock.
In 1825 vroegen de toenmalige eigenaren vergunning om de watermolen om te bouwen tot een zogenaamde watervluchtmolen, een molen met een dubbele aandrijving. Naast het waterrad kreeg de molen ook wieken om van de wind te kunnen profiteren. Nog voordat deze plannen konden worden uitgevoerd, brandde de molen geheel af. Zo werd in 1827 de watervluchtmolen als totale nieuwbouw gerealiseerd.
In 1847 verwoestte opnieuw een brand het molencomplex. De nieuwe eigenaar bouwde de watervluchtmolen weer op, maar nu geheel in steen. De molen is vervolgens tot 1935 in gebruik geweest. De toenmalige eigenaar Teurlings ging in dat jaar over op aandrijving met een dieselmotor, maar dat was slechts van korte duur. In 1938 werd de molen geheel buiten bedrijf gesteld en in het jaar daarop werden de kap en de wieken verwijderd.
In 1944 hebben de Duitsers de molen in brand gestoken. Na de oorlog, in 1946, is de stomp gedeeltelijk gesloopt. Twintig jaar later kochten twee dames uit Arnhem het restant van de molen en lieten op de fundamenten een - nog steeds bestaand - vakantiehuisje bouwen.