Personen

271 Lambertus de Voogd en Anna Catharina Zipkens e.l. en Johan Alexander Krieger en Anna Matthea van Batenburg e.l., de eerste comparant mede uit kracht van procuratie van Anna Daams weduwe van Matthys Ziepkens en van Jan van Oeffelt en Anna Maria Zypkens e.l., van Allegonda Zypkens weduwe van F. van der Klokken, en van Arnolda Zypkens meerderjarige dochter en van Joannes de Wyse als door de oppervoogd te Boxmeer aangestelde voogd van de innocente Anthoon van de Laar voor het gericht van Boxmeer dd 4 oktober 1784, en J.A. Krieger mede uit kracht van procuratie van Cornelis Jan Geurts wonende aan de Sambeeksen hoek voor het gericht van Sambeek dd 26 juni 1784 en Anfridus Daams en Margaritha Plugers e.l. wonende te Driel voor gerichtsluiden aldaar dd 28 juni 1784, de drie procuraties schepenen gebleken en ter secretarie geregistreerd, vesten Maria Elizabeth van Driel het huis en erf over de Hoofdwagt op de Markt op de hoek van het straatje aldaar schietend langs dit erf en het huis van de schoenmaker Hendrik de Ras, achter schietend aan het erf van juffrouw Verhorst, ter zijde de broederschap van St. Jacob en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns ad twee stuivers, twee gulden zestien stuivers geestelijke pacht verkocht voor tweehonderdveertig gulden, achttien hogen en een ton bier, met ten laste van de verkrijgster het kapitaal gevest ten laste van dit huis van eenhonderd gulden tegen een rente van vier gulden t.b.v. de armen van de St. Anthonis broederschap gevest dd 8 februari 1745, welk bedrag van honderd gulden met voor tien maanden rente drie gulden zes stuivers mag worden afgetrokken van de kooppenningen conform art. 9 van de koopvoorwaarde . Scholtis C.C. Becker, schepenen H.V. Woelderen en A.C.V.D. Plaat, L. de Voogdt, Anne Catharina Zijpkens, J.A. Krieger, A.M. van Batenburg. 14 december 1784. In de marge: koop met de last 374-10-0, de 40ste penning 9-7-4 dd 11 december 1784