Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat - nadat Arnoldus de Gruyter, rector van de kapel van de HH. Jacobus en Anthonius te Heeswijck, gerechtelijk in het bezit was gesteld van een stuk land met opstal, ook gelegen in Heeswijck en nader gesitueerd, wegens wanbetaling van een pacht van 1 mud rogge uit een pacht van 2 mud, welke pacht van 2 mud Arnoldus die Bye Johanneszn had toegezegd aan Theodericus Vos, Henrica en Weyndelmoedis, kinderen van wijlen Gerardus Vos, aan Johannes Sporken en aan Lambertus nat. z.v.w. Johannes Potter, priester, en welke pacht van 1 mud Goeswinus Cnode z.v.w. Gerlacus gekocht had van Weyndelmoedis voorn., van Gerardus Hals z.v.w. Gerardus, man en voogd van Henrica voorn., en van Johannes Wautgerszn, man en voogd van Yda, dr.v.w. Johannes Sporken en wijlen Heilwigis dr.v.w. Gerardus Vos, zoals deze toezegging stond vermeld in een Bossche schepenbrief van 23 febr.1445 ("1444"), en nadat hij, rector Arnoldus de Gruyter, dit stuk land had overgedragen aan Henricus Bredebaert - deze laatstgenoemde dit stuk land weer aan hem heeft verkocht; alles met de gebruikelijke formaliteiten.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat - nadat Arnoldus de Gruyter, rector van de kapel van de HH. Jacobus en Anthonius te Heeswijck, gerechtelijk in het bezit was gesteld van een stuk land met opstal, ook gelegen in Heeswijck en nader gesitueerd, wegens wanbetaling van een pacht van 1 mud rogge uit een pacht van 2 mud, welke pacht van 2 mud Arnoldus die Bye Johanneszn had toegezegd aan Theodericus Vos, Henrica en Weyndelmoedis, kinderen van wijlen Gerardus Vos, aan Johannes Sporken en aan Lambertus nat. z.v.w. Johannes Potter, priester, en welke pacht van 1 mud Goeswinus Cnode z.v.w. Gerlacus gekocht had van Weyndelmoedis voorn., van Gerardus Hals z.v.w. Gerardus, man en voogd van Henrica voorn., en van Johannes Wautgerszn, man en voogd van Yda, dr.v.w. Johannes Sporken en wijlen Heilwigis dr.v.w. Gerardus Vos, zoals deze toezegging stond vermeld in een Bossche schepenbrief van 23 febr.1445 ("1444"), en nadat hij, rector Arnoldus de Gruyter, dit stuk land had overgedragen aan Henricus Bredebaert - deze laatstgenoemde dit stuk land weer aan hem heeft verkocht; alles met de gebruikelijke formaliteiten.
b. Authentiek afschrift, op papier, van notaris G.H. Ruys, 1593. VIII. K. Castrale kapel, in: Libellus A, nr.12.
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.