In loco capitulari dicte ecclesie (S. Johannis Leodiensis).
Notaris Henricus Wyricuszn Smits van Ghestel, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert, dat Arnoldus van Wijck, abt van Berna, de vice-deken en het kapittel van S. Johannes Evangelista in Leodium heeft willen voldoen betreffende de 19 mark, hun verschuldigd bij de emphyteusis; maar dat vice-deken en kapittel deze geldsom ter waarde van 45½ schild alleen wilden accepteren zoals voorheen betaald en niet in een andere muntsoort; waarop de abt (met woorden hier in directe rede aangehaald, vanaf "Domini mei" tot en met "cum effectu") een hoeveelheid goud- en zilvermunten op tafel heeft gelegd ter waarde van 4 rijnsgulden, maar dat vice-deken en kapittel deze manier van betalen niet hebben aanvaard; waarop de abt het geld weer bij zich gestoken heeft en allen vertrokken zijn.
In loco capitulari dicte ecclesie (S. Johannis Leodiensis).
Notaris Henricus Wyricuszn Smits van Ghestel, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert, dat Arnoldus van Wijck, abt van Berna, de vice-deken en het kapittel van S. Johannes Evangelista in Leodium heeft willen voldoen betreffende de 19 mark, hun verschuldigd bij de emphyteusis; maar dat vice-deken en kapittel deze geldsom ter waarde van 45½ schild alleen wilden accepteren zoals voorheen betaald en niet in een andere muntsoort; waarop de abt (met woorden hier in directe rede aangehaald, vanaf "Domini mei" tot en met "cum effectu") een hoeveelheid goud- en zilvermunten op tafel heeft gelegd ter waarde van 4 rijnsgulden, maar dat vice-deken en kapittel deze manier van betalen niet hebben aanvaard; waarop de abt het geld weer bij zich gestoken heeft en allen vertrokken zijn.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, II, nr.20.
Nota. De emphyteusis of pachtverheffing, hier door de abt van Berne voor de bisschop van Luik bij gelegenheid van de wisseling van het abbatiaat, was sinds april 1285 vastgesteld op een canon van 19 mark (reg. nrs.81 en 92). Zie hierover uitvoerig: G. van der Velden, Het patronaatsrecht over Bokhoven, een proces te Brussel, 1769-1770 (Tilburg 1978), blz.14-27.