Rekest van de pachters van de Hooghoutse tiend onder Udenhout en de oude tiend te Helvoirt van het jaar 1624 aan de prelaat van St. Geertruiden te Leuven, houdende, dat zij 32 mudden rogge en 22 gulden zijn gebleven, aangezien door het beleg van Breda en andere oorlogsbedrijven de bevolking zeer verarmd en uitgeplunderd is, verzoekende kwijtschelding van het achterstallige.
Rekest van de pachters van de Hooghoutse tiend onder Udenhout en de oude tiend te Helvoirt van het jaar 1624 aan de prelaat van St. Geertruiden te Leuven, houdende, dat zij 32 mudden rogge en 22 gulden zijn gebleven, aangezien door het beleg van Breda en andere oorlogsbedrijven de bevolking zeer verarmd en uitgeplunderd is, verzoekende kwijtschelding van het achterstallige.