De collectie Hengst is in 2001 geschonken door het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) van de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN ) aan het Streekarchief Brabant Noordoost (BNO). Na fusie in 2005 is BNO verder gegaan als Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC).
De dozen zaten vol geladen met stukken; los en al dan niet gebundeld en in enveloppen met een korte beschrijving, welke soms zijn gebruikt voor de beschrijving van de stukken. Deze enveloppen en wikkels stammen soms uit vroeger eeuwen. Dit kon natuurlijk niet worden gehandhaafd en is dan ook losgelaten. Na beschrijving zijn de stukken geordend per familie met aanverwante families.
Voor wat betreft de charters is de oude ordening, gebaseerd op de bundeling in enveloppen, wel gehandhaafd. Deze zijn in het kader van de bewerking van dit archief gevlakt en geconserveerd. De zegels zijn schoongemaakt en het geheel is gescand beschikbaar en te zien onder de beschrijving van de inventarisnummers via de website.
Andere familienamen waarvan stukken aanwezig zijn bij deze collectie zijn: Barbou, Havre en Kesschietre (door verwantschap geworden tot Kesschietre van Havre), Tielens, Jacobs, Verheijen en andere.
Er bevinden zich eveneens stukken bij het BHIC betreffende de families Barbou en De Kesschietre in archiefblok 333 Jan de Quay (inventarisnummers 3190-3225).
In Nederlands Patriciaat 1989 blz 91-106 is een stamreeks van de familie Hengst gepubliceerd.
Op Internet zijn genealogieën Hengst en Tielens aangetroffen.
Balthasar Adriaan van Vlodrop verkocht het slot in 1628 aan Hendrik, graaf Van den Bergh, gouverneur van Spaans Gelre. Deze schonk het als bruidschat aan zijn dochter Maria, gehuwd met Albert van Limburg-Stirum. Deze werd in 1631 met Well beleend. In 1686 ging het door vererving over aan een zwager van het Franse geslacht De Pas de Feuquières, welke familie tot 1772 heer bleef van Well. Door vererving gaat het dan weer over aan Willem Liedel uit Rotterdam, een steenrijke koopman. Zijn zoon Pieter Willem (sinds 1822 met de titel baron) is de laatste "heer" van Well, omdat met de komst van de Fransen (in Well al in 1794) een einde komt aan het feodale tijdperk en hij alle "heerlijke" rechten verliest.