Archieven

1 Missive van Anthony Martini pensionaris van de stad ’s-Hertogenbosch met het bericht dat haar Ho: Mo: in plaats van de geaufugeerde [= gevluchte, weggelopen] Arnoldus Versfelt op 26 september 1765 tot schepen hadden aangesteld Mr. Pieter van Wullen die inmiddels de eed heeft afgelegd op het nakomen van het plakkaat van 10.12.1715 tegen corruptie en zijn naam heeft opgetekend in het register.

2 Rekest van pastoor en kerkmeesters van de roomse kerkschuur van Breugel in kwartier Peelland aangevende dat voor hun kerkschuur een noodzakelijke reparatie gewenst is aan het strooien dak wat van vers stro en frisse latten voorzien zou moeten worden welke reparatie ze hadden laten uitvoeren in het vertrouwen dat ze daarmee niet ‘gepecceert’ [= gezondigd] zouden hebben omdat ze geen permissie hadden gevraagd aan de Ho: Mo:; op 28 december 1765 was door de kwartierschout op basis van diverse resoluties verboden over te gaan tot ‘melioratien’[= verbeteringen] vergrotingen of vernieuwingen aan roomse kerkschuren zonder permissie van de overheid en de supplianten verzoeken de Ho: Mo: hen hun misstap te vergeven. – zie ook folio 32 [reactie van de kwartierschout]; zie ook folio 87 [reactie van de kwartierschout] – zie ook folio 211

3 Rekest van Jan de Keesel [ook: Keezel] predikant van Bakel en Milheeze [er staat Wilhees] in kwartier Peelland zich erover beklagende dat op 22 oktober 1765 hij is aangevallen en zijn woning is geplunderd door een troep vagebonden en kwaaddoeners en hij verzoekt om de nodige schadevergoeding, welk rekest wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken [met veel details]. – zie ook folio 403 [drie kolommen]

4 Missive van de Haagse heren belast met het toezicht op de naleving van reglementen en plakkaten die een missive hebben onderzocht van Paulus Keuchenius predikant te Hilvarenbeek i.v.m. de ondertrouw van een jonge dochter genaamd Maria van de Wall die te Udenhout te vondeling was gelegd [zie ook inv.nr.103].