Notaris Theodericus Blerinct oorkondt dat Henricus Herentom, poorter van 's-Hertogenbosch, zijn testament gemaakt heeft waarbij hij geld legateert aan de fabriek van Sint-Lambertus in Luik, aan O.L. Vrouw in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, aan Sint-Jan en aan de priester die hem zijn sacramenten heeft toegediend en de kosters. Hij laat ook geld na aan deze priester om een dertigste voor hem te doen. Hij geeft was aan het Sint-Barbaragilde in de stad. Onder de vele legaten schenkt hij, ter vergroting van de eredienst voor drie missen in de kapel van Petrus en Paulus op een gebouwd maar nog niet gewijd altaar als toevoeging aan de tweede fundatie op dat altaar, de helft van een cijns, deels gekocht van Walterus de Aerl en deels van Johannes Toelinct, en de helft van een erfpacht, gekocht van een man in Dinther. Gedaan in een huisje in 's-Hertogenbosch bij Die Ramen in aanwezigheid van Henricus de Loen, clericus, Laurentius van Ouwen, Johannes Goetscalci, cellebroeder, en Johannes Pijnappel.
Notaris Theodericus Blerinct oorkondt dat Henricus Herentom, poorter van 's-Hertogenbosch, zijn testament gemaakt heeft waarbij hij geld legateert aan de fabriek van Sint-Lambertus in Luik, aan O.L. Vrouw in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, aan Sint-Jan en aan de priester die hem zijn sacramenten heeft toegediend en de kosters. Hij laat ook geld na aan deze priester om een dertigste voor hem te doen. Hij geeft was aan het Sint-Barbaragilde in de stad. Onder de vele legaten schenkt hij, ter vergroting van de eredienst voor drie missen in de kapel van Petrus en Paulus op een gebouwd maar nog niet gewijd altaar als toevoeging aan de tweede fundatie op dat altaar, de helft van een cijns, deels gekocht van Walterus de Aerl en deels van Johannes Toelinct, en de helft van een erfpacht, gekocht van een man in Dinther. Gedaan in een huisje in 's-Hertogenbosch bij Die Ramen in aanwezigheid van Henricus de Loen, clericus, Laurentius van Ouwen, Johannes Goetscalci, cellebroeder, en Johannes Pijnappel.