Notaris Nicolaus Hoyberchs de Bladel oorkondt dat Elizabet, dochter van Martinus de Broechoeven alias Cangieter, poorteres van 's-Hertogenbosch en begijn in het Groot Begijnhof, haar testament gemaakt heeft waarbij ze aangeeft begraven te willen worden in de begijnenkerk. Ze legateert onder meer geld aan de kerkfabriek van Sint-Lambertus in Luik. Ze legateert voor een mis en jaargetijden. Ze legateert een erfcijns uit een huis, erf en hof aan de Hooge Steenweg voor een vrijdagse mis van het Heilig Kruis, iedere week te vieren op het altaar van het Heilig Kruis in de begijnenenkerk. Voor de jaargetijden van haar vader Martinus, haar moeder Rijcmondis en haar broer Egidius op de dag van haar overlijden legateert ze een erfcijns uit genoemd huis en erf. Gedaan in het woonhuis van de testatrice op het begijnhof in aanwezigheid van heer Mercelius Nicolai en heer en meester Arnoldus Boest, priesters.
Notaris Nicolaus Hoyberchs de Bladel oorkondt dat Elizabet, dochter van Martinus de Broechoeven alias Cangieter, poorteres van 's-Hertogenbosch en begijn in het Groot Begijnhof, haar testament gemaakt heeft waarbij ze aangeeft begraven te willen worden in de begijnenkerk. Ze legateert onder meer geld aan de kerkfabriek van Sint-Lambertus in Luik. Ze legateert voor een mis en jaargetijden. Ze legateert een erfcijns uit een huis, erf en hof aan de Hooge Steenweg voor een vrijdagse mis van het Heilig Kruis, iedere week te vieren op het altaar van het Heilig Kruis in de begijnenenkerk. Voor de jaargetijden van haar vader Martinus, haar moeder Rijcmondis en haar broer Egidius op de dag van haar overlijden legateert ze een erfcijns uit genoemd huis en erf. Gedaan in het woonhuis van de testatrice op het begijnhof in aanwezigheid van heer Mercelius Nicolai en heer en meester Arnoldus Boest, priesters.