Archieven

1 Voor mij Dirck van Zuijlichem, notaris residerend te Boxtel, verscheen Adriaen Segers, inwoner van Tilburg, lakenmaker en koopman voor hemzelf handelend en mede namens Peter Gorums, Adriaen Gorums, Jan Jans van de Loo, Jan van Gils, Adriaen van Eten, Willem van Pelt, allen lakenmakers en kooplieden wonend te Tilburg. Hij vraagt hierbij officieel aan de heer Johan Beverwijck, ontvanger van de convoijen en licenten te Eindhoven of die bereid is de natte lakenstof vrij te geven die hun eigendom is en zoals in het huis van de ontvanger in bewaring is genomen. Die lakenwol in in opdracht van sr. Coninck wonend te Waalwijk, in dienst van de.admiraliteit te Rotterdam, afgelopen zaterdag tussen Tilburg en Oirschot, ongeveer een uur minder ver verwijderd van het kantoor van de convoijen en licenten te Tilburg dan van het kantoor te Eindhoven in beslag genomen onder voorwendsel dat Jan Peters zijnde de voerman, een paspoort zou dienen te hebben voor dit vervoer. Deze natte lakenwol was opgehaald van de volmolen van Wolfswinkel onder St. Oedenrode om die naar Tilrburg terug naar de eigenaars over te brengen nadat die was *gevold¨* en men had zeker niet de bedoeling die te verkopen. De comparant verklaart dat hij alles in Eindhoven daarvoor heeft geregeld om daar borg te stellen om de lakenstof vrij te doen geven, maar de ontvanger te Eindhoven wil hebben dat de comparant in Tilburg of in Rotterdam voldoende borg zal stellen of dat anders de stof op kosten van de comparant naar Tilburg zal worden overgebracht en dat ook genoemde Conincx aldaar was heengezonden. De comparant dient bezwaar in omdat er nooit een paspoort nodig was en er nooit tol of licentie betaald geweest voor dit soort ongeprepareerde wol omdat die niet was geprepareerd om verkocht te worden. Aldus gepasseerd te Eindhoven in aanwezigheid van sr. Walrandus van der Dussen te Eindhoven en Goijaert Weijert als getuigen.

2 Ik, ondergetekende notaris verklaar de voorgaande acte van *insinuatie* aan de heer Johan Beverwijck te hebben voorgelezen en daarop gaf die als antwoord dat hij zelf geen opdracht had gegeven voor het overbrengen van de lakenwol en dat deze insinuatie gedaan moet worden aan de commies de Coninck die de beslaglegging heeft gedaan. Hij Johan Beverwijck is alleen de bewaarder van de lakenwol in het pakhuis van het land en hij zal genoemde kooplieden toestaan, mits ze daarvoor borg stellen, hun bezit weer over te dragen en de lakenwol vrij te geven volgens de opdracht van genoemde Conincx. Als ze geen borg willen stellen zal hij de lakenwol op zijn zolder verder laten drogen op kosten van de kooplieden, mits dat er garant voor wordt gestaan dat er niets vermist wordt of beschadigd. Genoemde van Beverwijk verzoekt hiervan kopie om aan genoemde Conincx te kunnen overleggen die heeft gezegd morgen weer hier te zijn. Ondertekend : D. van Zuijlichem 1683