1376, des maendaghes na der octaven van Dertiendaghe.
Schepenen van Berlechem, Jacob van Oddenvelt, Jan die Sluter, Peter die Scoemaker en Jan Stroele, oorkonden, dat Aechte d.v.w. Gheraet Witkens met haar voogd heeft overgedragen aan haar neef Jan Witken het goed, dat zij door koop verworven heeft van Godeke Meeuszn, van diens broer Ceelken en van Heyme Zebrecht Weverszn, nl. een hof op de Runne (te Berlicum).
1376, des maendaghes na der octaven van Dertiendaghe.
Schepenen van Berlechem, Jacob van Oddenvelt, Jan die Sluter, Peter die Scoemaker en Jan Stroele, oorkonden, dat Aechte d.v.w. Gheraet Witkens met haar voogd heeft overgedragen aan haar neef Jan Witken het goed, dat zij door koop verworven heeft van Godeke Meeuszn, van diens broer Ceelken en van Heyme Zebrecht Weverszn, nl. een hof op de Runne (te Berlicum).
b. Excerpt in G. van den Elsen, Ms.-Berlicum, blz.61.
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota. De schepenbank van Berlicum gebruikt de paasstijl; zie de Inleiding.