Des donredaigs op Sente-Bartholomeusavont des heiligen apostels.
Reynalt (IV), hertog van Gulich en Gelre, graaf van Zutphen, bepaalt voor de inwoners van tussen Maes en Wael en met name die van de stad Maesbommell ter aanvulling van het geschreven recht het volgende:
1. bij doodslag in dit gebied moeten de aanklagers zich wenden tot hun ambtman en het gerecht en kunnen zij hun aanklacht met een eed versterken;
2. de aangeklaagde mag in dat geval tot zijn verdediging twee mannen kiezen van onbesproken gedrag, die dan onder ede diens onschuld verklaren;
3. voor onmondige weeskinderen moeten de voogden jaarlijks rekenschap afleggen tegenover hun familie betreffende hun goederen en inkomsten, ev. nieuwe goederen vastleggen en bewijsbare onkosten in rekening brengen;
4. bij doodslag van iemand uit Stad of Sticht van Utrecht door iemand uit het Land van Maes en Wael mag de misdadiger niet zwaarder gestraft worden dan een moordenaar uit het Sticht, die iemand het gebied van Maes en Wael heeft gedood.
Des donredaigs op Sente-Bartholomeusavont des heiligen apostels.
Reynalt (IV), hertog van Gulich en Gelre, graaf van Zutphen, bepaalt voor de inwoners van tussen Maes en Wael en met name die van de stad Maesbommell ter aanvulling van het geschreven recht het volgende:
1. bij doodslag in dit gebied moeten de aanklagers zich wenden tot hun ambtman en het gerecht en kunnen zij hun aanklacht met een eed versterken;
2. de aangeklaagde mag in dat geval tot zijn verdediging twee mannen kiezen van onbesproken gedrag, die dan onder ede diens onschuld verklaren;
3. voor onmondige weeskinderen moeten de voogden jaarlijks rekenschap afleggen tegenover hun familie betreffende hun goederen en inkomsten, ev. nieuwe goederen vastleggen en bewijsbare onkosten in rekening brengen;
4. bij doodslag van iemand uit Stad of Sticht van Utrecht door iemand uit het Land van Maes en Wael mag de misdadiger niet zwaarder gestraft worden dan een moordenaar uit het Sticht, die iemand het gebied van Maes en Wael heeft gedood.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.593.
c. Gedrukte tekst in: H. van Heiningen, Tussen Maas en Waal, 650 jaar geschiedenis van mensen en water (Zutphen 1972), bijlage 4, blz. 446-448, naar afschriften in "Register van privilegiën" in: Archief van de Gelderse Rekenkamer, R.A. Arnhem, inv. nr. 303. De gedrukte tekst wijkt niet inhoudelijk, maar als transcriptie af van de tekst van het origineel a. Een ernstige kopiefout is de datering: "des donredaghes nae Sunte-Bartholomeusavont" (is dan 30 augustus).
Nota. In het origineel (eind regel 8, begin regel 9) en in tekst c. staat bij vergissing: "nyet hantdedich en weren". Bedoeld is: "hantdedich weren", want het bevestigen van de onschuld komt pas in het volgende punt ter sprake. Hoevenaars heeft in zijn kopie (b) het woord "nyet" terecht weggelaten.