Godefridus de Campo, deken van het dekenaat van Woencel, staat toe aan de dienstdoende priester van de kerk of quarta-capella van Heeswijc - nu heer Godscalkus van Veen, abt van Berna, voor de vacante plaats van rector te Heeswijc na afstand van heer Ricoldus de Strijn, kanunnik van dit klooster, hem heeft gepresenteerd heer Arnoldusde Wyel, eveneens van dit klooster, als nieuwe rector aldaar dat van de gewoonlijke 3 proclamaties er slechts één behoeft te gebeuren tijdens de zondagse hoogmis in de parochiekerk, en vraagt hem eventuele bezwaren hiertegen kenbaar te maken in zijn woonplaats Hodonc.
Godefridus de Campo, deken van het dekenaat van Woencel, staat toe aan de dienstdoende priester van de kerk of quarta-capella van Heeswijc - nu heer Godscalkus van Veen, abt van Berna, voor de vacante plaats van rector te Heeswijc na afstand van heer Ricoldus de Strijn, kanunnik van dit klooster, hem heeft gepresenteerd heer Arnoldusde Wyel, eveneens van dit klooster, als nieuwe rector aldaar dat van de gewoonlijke 3 proclamaties er slechts één behoeft te gebeuren tijdens de zondagse hoogmis in de parochiekerk, en vraagt hem eventuele bezwaren hiertegen kenbaar te maken in zijn woonplaats Hodonc.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.426.
Nota. De slordig geschreven dorsale notitie "Pro Arnoldo de Wijck" is o.i. een vergissing; lees: "Pro Arnoldo de Wyel".