Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Theodericus z.v.w. Godefridus van Os heeft overgedragen aan Petrus van den Doren z.v.w. Petrus van den Doren een erfpacht van 1,5 mud rogge uit huis, erf, tuin en erven annex, gelegen in de parochie van Scijnle op het Lutteleynde, nader gesitueerd, welke pacht Theodericus had gekocht van Johannes uyten Enghe, natuurlijke z.v.w. Arnoldus van Apelteren; met behoud echter van het recht van terugkoop voor Johannes uyten Enghe.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Theodericus z.v.w. Godefridus van Os heeft overgedragen aan Petrus van den Doren z.v.w. Petrus van den Doren een erfpacht van 1,5 mud rogge uit huis, erf, tuin en erven annex, gelegen in de parochie van Scijnle op het Lutteleynde, nader gesitueerd, welke pacht Theodericus had gekocht van Johannes uyten Enghe, natuurlijke z.v.w. Arnoldus van Apelteren; met behoud echter van het recht van terugkoop voor Johannes uyten Enghe.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota. Blijkens de notitie in potlood op de rug van het charter "Bokh. Aug. 1926" in het handschrift van archivaris dr. H. Heijman komt dit stuk uit de pastorie aldaar.