skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

176 Kamer van Koophandel in 's-Hertogenbosch, 1921 - 1997

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Kamers van koophandel en fabrieken in nederland * 
176 Kamer van Koophandel in 's-Hertogenbosch, 1921 - 1997
Inleiding
Historisch overzicht
Kamers van koophandel en fabrieken in nederland * 
De geschiedenis van de huidige Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland begint bij de invoering van de Franse administratie hier te lande in 1811. Het idee de belangen van het bedrijfsleven te laten behartigen door een instelling was echter niet nieuw. Al in de tweede helft van de 17e eeuw was in Amsterdam en Rotterdam gedurende enkele jaren een 'collegie van commercie' aktief. In 1795, na de afschaffing van de gilden, werden door de stadsbesturen van Rotterdam, Amsterdam en Dordrecht en in 1798 ook door dat van Schiedam zogenaamde committés opgericht betreffende de handel. In 1803 werden de committés van Rotterdam vervangen door één 'kamer van koophandel, zeevaart en fabrieken', terwijl de committés van Amsterdam ophielden te bestaan. In Dordrecht en Schiedam bleven Kamers van Koophandel functioneren. In 1804 werden in Maastricht, Vaals en Venlo, als uitvloeisel van de invoering van het Franse bestuur (Limburg was toen al ingelijfd bij Frankrijk) zogenaamde 'chambres consultatives de manufactures, fabriques, arts et métiers' ingesteld.
Na de inlijving van Nederland bij Frankrijk in 1810, werden op 1 januari 1811 door de Franse overheid naar Frans model Kamers opgericht in Amsterdam, Emden en Rotterdam. Later kwamen daar nog enkele steden bij. Deze kamers waren staatsinstellingen die uitsluitend ten dienste stonden van de centrale overheid. *  Zij adviseerden die overheid op het gebied van de handel en de nijverheid en hielden toezicht op openbare werken ten dienste van de handel en op de uitvoering van de decreten inzake de contrabande. Begin 1814, de Franse overheersing was inmiddels ten einde, waren er Kamers in Amsterdam, Dordrecht, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Vaals en Vlissingen. Eind 1815 werd de Franse regeling vervangen door een Nederlandse. *  Elk gemeentebestuur was voortaan gerechtigd de koning te verzoeken binnen zijn gemeente een Kamer in te stellen. De taak van de Kamers werd louter adviserend. Zij moesten, als vertegenwoordigers van de plaatselijke handel en nijverheid, in deze zaken de overheid op verzoek van advies dienen. Aanvankelijk uitsluitend aan de gemeentelijke en centrale overheid (Departement en Raad van Koophandel en Koloniën), sedert 1828 ook aan de provinciale overheid. * 
In 1851 kwam een nieuw reglement voor de Kamers tot stand dat in 1852 van kracht werd en dat zeventig jaar bleef. *  Hierbij werd de mogelijkheid geschapen Kamers op te richten voor meer dan één gemeente. De Kamers mochten voortaan ook op eigen initiatief adviezen uitbrengen aan de centrale, provinciale en gemeentelijke overheid. Tevens waren zij gerechtigd gegevens te verstrekken aan handelaren en fabrikanten, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van genoemde overheden. De leden der Kamers werden nu gekozen door en uit de plaatselijke fabrikanten en kooplieden. In 1916 werd hun taak uitgebreid met het verlenen van bijstand aan handelaren en fabrikanten bij de uitoefening van hun bedrijf met name door het afgeven of bevestigen van verklaringen met betrekking tot hun bedrijf of de artikelen die zij verhandelden of vervaardigden.
Het aantal Kamers was intussen stormachtig gegroeid. Bedroeg het aantal in 1851 nog 29, rond de eeuwwisseling was het al toegenomen tot 75 en in 1922 tot 97.
In 1922 vond een grondige reorganisatie plaats. *  Hierbij werd het lokale systeem vervangen door een regionaal gerichte organisatie. Het land werd verdeeld in 36 regio's met in iedere regio één Kamer. Niet meer op initiatief van de gemeenteraad, maar bij wet werden de nieuwe Kamers ingesteld. De Kamers bleven adviesinstanties voor de overheid, maar hun belangrijkste taak kwam nu te liggen op het uitvoerende, begeleidende en voorlichtende vlak. Aanvankelijk was het opzetten en bijhouden van het handelsregister (zie hierna) waarin alle ondernemingen worden ingeschreven, hun enige uitvoerende taak. Elke kamer houdt dit bij voor haar eigen regio. De Kamers kregen ook de bevoegdheid instellingen ten dienste van handel en nijverheid op te richten zoals handelsbeurzen en onderwijsinstellingen. In de loop der jaren delegeerde de overheid steeds meer overheidstaken aan de Kamers bijvoorbeeld op het gebied van de handelsnamenwet, de winkelsluitingswet, het vestigingsbeleid en het horecawezen.
Het aantal kamers werd in 1942, ten tijde van de Duitse bezetting, verminderd tot elf, één per provincie. *  De overige bestaande Kamers werden hieraan ondergeschikte kantoren. Op 1 januari 1951 werd deze regeling teruggedraaid zodat er weer 36 volwaardige Kamers waren.
Kamer van koophandel en fabrieken in 's-Hertogenbosch
Handelsregister
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1921-1997
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch