Schepenen van Huesden oorkonden, dat Jan die Backer en zijn zoon Jan hebben opgedragen aan Jordaen die Smid hun huis en erf, gelegen tussen Jordaen voorn. en Kerstine Rubkens, zonder de last van 23 schelling en 2 hoenders, die erop rusten; waarna Jordaen dit huis en erf weer aan Jan heeft opgedragen tegen een cijns van 3 pond.
Schepenen van Huesden oorkonden, dat Jan die Backer en zijn zoon Jan hebben opgedragen aan Jordaen die Smid hun huis en erf, gelegen tussen Jordaen voorn. en Kerstine Rubkens, zonder de last van 23 schelling en 2 hoenders, die erop rusten; waarna Jordaen dit huis en erf weer aan Jan heeft opgedragen tegen een cijns van 3 pond.
b. Geinsereerd in de akte van 15 dec. 1355 (reg. nr.265).
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.
d. Gedrukte tekst in: Het oudste cijnsregister van de Abdij van Berne uit 1376, ingeleid en van indices voorzien door G. M. van der Velden (R.A. 's-Hertogenbosch 1982), blz.167.
Nota. Aangezien het paasjaar 1338 loopt van 12 april 1338 tot 28 maart 1339, en hierin geen 2 april voorkomt, is deze datering een strikt bewijs, dat de schepenen van Heus-den in die tijd geen paasstijl hanteren; zie ook de Inleiding.