Notaris Goeswinus Pauli oorkondt dat de rectoren of meesters van het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch, wegens onkosten die ze moeten maken ter vervanging van de dakbedekkingen door steen als gevolg van een stadsbrand en wegens andere noodzakelijke reparaties, overgedragen hebben aan heer Anthonius de Palude, plaatsvervanger van de pastoor, een erfcijns uit een huis en goed in de Orthenstraat in 's-Hertogenbosch, afkomstig uit het testament van Weyndelmodis van der Hullen, en een erfcijns uit Hubrechts Huefken in Gemonde, afkomstig uit het testament van Christina de Beeck. met last de namen van Gielis meester Jans van der Auder Molen en zijn vrouw Elizabeth in het dodenboek te schrijven en hun namen op zondagen af te lezen, en dat de rectoren op hun jaargetijde op 14 april de gebruikelijke verlichting op de vigilie en de volgende dag 's ochtends verzorgen. Gedaan in de sacristie van de begijnenkerk met als getuigen heer Antholius de Palude zoon van Arnoldis de Palude en heer Zegerus van den Brand zoon van Gerardus van den Brand, beneficiaten in de begijnenkerk.
Notaris Goeswinus Pauli oorkondt dat de rectoren of meesters van het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch, wegens onkosten die ze moeten maken ter vervanging van de dakbedekkingen door steen als gevolg van een stadsbrand en wegens andere noodzakelijke reparaties, overgedragen hebben aan heer Anthonius de Palude, plaatsvervanger van de pastoor, een erfcijns uit een huis en goed in de Orthenstraat in 's-Hertogenbosch, afkomstig uit het testament van Weyndelmodis van der Hullen, en een erfcijns uit Hubrechts Huefken in Gemonde, afkomstig uit het testament van Christina de Beeck. met last de namen van Gielis meester Jans van der Auder Molen en zijn vrouw Elizabeth in het dodenboek te schrijven en hun namen op zondagen af te lezen, en dat de rectoren op hun jaargetijde op 14 april de gebruikelijke verlichting op de vigilie en de volgende dag 's ochtends verzorgen. Gedaan in de sacristie van de begijnenkerk met als getuigen heer Antholius de Palude zoon van Arnoldis de Palude en heer Zegerus van den Brand zoon van Gerardus van den Brand, beneficiaten in de begijnenkerk.