Notaris Johannes Pavonis oorkondt dat Judocus Moll, Lambertus Naet, Nicolaus Colen en Walterus Bouwenssoen, dekens van de broederschap van Sint-Judocus in de kapel van Sint-Jacob op de Wyntmolenberch in 's-Hertogenbosch, in aanwezigheid van de heren en meesters Ghiselbertus de Bye, deken, Godefridus de Campo en Everardus de Berck, kanunniken van de Sint-Jan, hebben overgedragen aan hem als notaris ten behoeve van heer Marcelius zoon van Nicolaus van den Hout, priester en kapelaan van het altaar van Sint-Judocus, erfcijnzen uit twee huizen, erven en hoven in de Hinthamerstraat over de Geerlingse Brug, uit een huis, erf en hof in Lith in Dengwijck, grenzend aan het goed In den Enghe, een in Geffen opten Ham en uit bouwland geheten Den Rottart in Nuland, op voorwaarde dat de kapelaan iedere week twee missen op dat altaar opdraagt, zoals gesticht door Arnoldus van der Spanck, bontwerker, voor notaris Sanderus Pieck de Batenborch. Gedaan in de sacristie van de Sint-Jan in aanwezigheid van heer Amelius van den Hovel, priester, Egidius Dircx en Johannes Gruyter.
Notaris Johannes Pavonis oorkondt dat Judocus Moll, Lambertus Naet, Nicolaus Colen en Walterus Bouwenssoen, dekens van de broederschap van Sint-Judocus in de kapel van Sint-Jacob op de Wyntmolenberch in 's-Hertogenbosch, in aanwezigheid van de heren en meesters Ghiselbertus de Bye, deken, Godefridus de Campo en Everardus de Berck, kanunniken van de Sint-Jan, hebben overgedragen aan hem als notaris ten behoeve van heer Marcelius zoon van Nicolaus van den Hout, priester en kapelaan van het altaar van Sint-Judocus, erfcijnzen uit twee huizen, erven en hoven in de Hinthamerstraat over de Geerlingse Brug, uit een huis, erf en hof in Lith in Dengwijck, grenzend aan het goed In den Enghe, een in Geffen opten Ham en uit bouwland geheten Den Rottart in Nuland, op voorwaarde dat de kapelaan iedere week twee missen op dat altaar opdraagt, zoals gesticht door Arnoldus van der Spanck, bontwerker, voor notaris Sanderus Pieck de Batenborch. Gedaan in de sacristie van de Sint-Jan in aanwezigheid van heer Amelius van den Hovel, priester, Egidius Dircx en Johannes Gruyter.