Anno Domini 1433.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Johannes, Henricus et Martinus, gebroeders, en Margareta en Gheertrudis, gezusters, allen kinderen van wijlen Ancelmus z.v.w. Johannes Lanenzn, in pacht hebben overgedragen aan Johannes van der Weyden z.v.w. Henricus van der Weyden: de helft van het erfdeel, hun bij dood van Engela, weduwe van Philippus Scheenken toegevallen, in 3/4 van een veld, groot 18 lopen en gelegen in de parochie van Roda van S. Oda, nader gesitueerd, nl. voor de grondcijns, de halve pacht van 7 lopen rogge, de halve erfpacht van 3 lopen rogge en de erfpacht van 15 lopen rogge, alle Rooise maat.
Anno Domini 1433.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Johannes, Henricus et Martinus, gebroeders, en Margareta en Gheertrudis, gezusters, allen kinderen van wijlen Ancelmus z.v.w. Johannes Lanenzn, in pacht hebben overgedragen aan Johannes van der Weyden z.v.w. Henricus van der Weyden: de helft van het erfdeel, hun bij dood van Engela, weduwe van Philippus Scheenken toegevallen, in 3/4 van een veld, groot 18 lopen en gelegen in de parochie van Roda van S. Oda, nader gesitueerd, nl. voor de grondcijns, de halve pacht van 7 lopen rogge, de halve erfpacht van 3 lopen rogge en de erfpacht van 15 lopen rogge, alle Rooise maat.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.