skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

7556 NCB / ZLTO Ravenstein en Herpen met rechtsvoorgangers, 1914-2000

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historische inleiding. NB: Zie voor een uitgebreide historische beschrijving het boek "Honderd jaar de hand aan de ploeg NCB Ravenstein - Herpen 1897-1997" (inv.nr. 134)
7556 NCB / ZLTO Ravenstein en Herpen met rechtsvoorgangers, 1914-2000
Inleiding
Historische inleiding. NB: Zie voor een uitgebreide historische beschrijving het boek "Honderd jaar de hand aan de ploeg NCB Ravenstein - Herpen 1897-1997" (inv.nr. 134)
In de 19e eeuw veranderde er veel voor de landbouw en veeteelt. Grote veranderingen op industrieel gebied (stoommachines), de goedkope import van graan uit buitenland en met name Rusland, en de uitvinding van margarine leidde een onrustig tijdperk in. Na de grote landbouwcrisis van 1875-1896 werd voor de boerenstand de economische noodzaak steeds groter om zich te verenigen. Onder de bezielende inspiratie van pater van den Elsen, bijgenaamd "de boerenapostel", werd de NCB (Noordbrabantse Christelijke Boerenbond) of kortweg Boerenbond opgericht. Pater van den Elsen trok van dorp naar dorp om afdelingen op te richten. In 1897 werd de boerenbond Huisseling opgericht. In 1901 volgde de boerenbond Herpen en in 1906 boerenbond Dieden.
Ook de al eeuwen durende wateroverlast (ondermeer de Beerse Maas) in de regio vormde een belangrijke handicap voor de ontwikkeling van de landbouw ter plaatse. Door het oprichten van coöperaties heeft de landbouw, vooral in Brabant, zich kunnen ontwikkelen tot wat hij heden ten dage is. In navolging van de boerenbonden werden dan ook vele instellingen opgericht. Om er een aantal te noemen: boerenleenbanken, Coöperatieve Aan- en Verkoopverenigingen (CAV), eierbonden, veeverzekeringen, fok- en controleverenigingen, zuivelverwerking in coöperatieve stoomzuivelfabrieken.
Vanaf de jaren 20 van de 20e eeuw werd er al samengewerkt (voorbeeld is de oprichting van de Jonge Boerenstand in 1922, een samenwerkingsverband tussen de afdeling Huisseling en afdeling Dieden. Een ander voorbeeld is de oprichting in 1930 van de Boerinnenbond), maar het zou nog tot 1966 duren voordat op 1 januari van dat jaar de NCB-afdeling Ravenstein werd opgericht. Dit was een fusie van de NCB's Dieden en Huisseling. Pas op 1 januari 1994 komt daar Herpen bij en verandert de naam in NCB Ravenstein - Herpen. Per 1 januari 2000 is de NCB Ravenstein - Herpen gefuseerd tot ZLTO afd. Hertogswetering.

In de beginjaren richtte de NCB afdelingen zich vooral op het landbouwonderwijs en voorlichting. De werkzaamheden van de NCB bestreken echter een veel breder werkterrein. Bemoeienissen met onderwijs, organiseren van cursussen voor boerinnen, organiseren van culturele evenementen zoals sportdagen en toneelavonden. er werd veel ondernomen. En het christelijke (opgenomen in de naam) heeft altijd centraal gestaan. Het steunen en begeleiden van de in 'mentale nood' verkerende leden was een belangrijke poot bij de werkzaamheden van de afdelingen. (individuele hulp, ontspanningsavonden, kerstvieringen en ziekenbezoek). Met name de plaatselijke besturen deden bij tegenslag veel voor de leden. Maar de centrale NCB te Tilburg heeft ook een eigen Sociaal Fonds van waaruit bijv. vakantieweken voor gehandicapten, of gespreksdagen voor mensen die nare ervaringen hebben meegemaakt, werden bekostigd. Een sterke hiërarchische organisatie maakte de NCB tot een exponent van de verzuilde maatschappij in de eerste helft van de 20e eeuw. Het ontwikkelde zich tot een heuse standsorganisatie, een echte belangenvereniging voor de leden.
Samen met plaatselijke- en rijksoverheid heeft de landbouw zich middels subsidies kunnen ontwikkelen. Fokkerijverenigingen en stierkeuringen werden met subsidiegelden opgericht. In 1897 werd in Huisseling al de eerste fokvereniging opgericht met 34 leden en 158 ingeschreven koeien. (zie bijv. inv.nr. 19). Door samenwerking van boerenbonden met plaatselijke overheden en waterschappen ontstond na wereldoorlog II de ruilverkaveling, voor een efficiënter gebruik van landbouwgronden. Bij de ruilverkaveling in de jaren 50 en 60 was 53% van de grond in handen van boeren en was de gemiddelde perceelsoppervlakte ca. 0,5 ha. Door ruilverkaveling werden ook betere wegen aangelegd, waterhuishouding beter geregeld. Tevens werd dit laatste ook door de Maaskanalisatie en het afsluiten van de Beerse Maas, die strikt genomen een overlaat voor hoog water was, gerealiseerd. Overigens kon dit echter niet voorkomen dat in de jaren 90 van de 20e eeuw het gebied (met name Keent) een heuse watersnood met evacuaties meemaakte (zie inv.nr. 73).
Maar ook kwam met name de intensieve veehouderij onder maatschappelijke druk te staan. De mestproblematiek is uitgegroeid tot een volksgezondheidszaak. Milieuregels en natuurbeheer druisen vaak recht in tegen de belangen van de calculerende boer.
Wat betreft de mestproblematiek: Boeren vreesden rond 1996-1997 dat de door de overheid voorgestelde mestwetgeving in de Integrale Notitie mest- en ammoniakbeleid een duurzame voortzetting van hun bedrijf in gevaar bracht.
De overheid had MINAS (MINeralen AangifteSysteem) ingevoerd. In dit systeem worden inkomende mineralenstromen (bijvoorbeeld via veevoer en kunstmest) en uitgaande mineralenstromen (bijvoorbeeld via mest, maar ook via plantaardige en dierlijke producten) geadministreerd. Het MINAS is erop gericht om de mineralenstroom naar het milieu te reguleren door middel van verliesnormen en heffingen.
Uitwerking
Op 1 januari 1998 is het MINAS van kracht geworden. Dit systeem kent een heffingenstelsel op grond waarvan de veehouder jaarlijks afgerekend wordt op het verschil tussen aanvoer (veevoer) en afvoer (mestproductie) van de mineralen fosfaat en stikstof.
MINAS-plichtige bedrijven moeten een mineralenboekhouding bijhouden en lopen het risico een heffing te moeten betalen wanneer hun mineralenoverschot voor fosfaat en/of stikstof de per hectare vastgestelde verliesnormen overschrijdt.
Ter waarborging van het MINAS-systeem van verliesnormen moeten veehouders mestafzetcontracten hebben. Het doel is dat boeren hun bedrijf zo inrichten dat geen heffing hoeft te worden betaald.
De plaatselijke afdelingen worden door de steeds ingewikkelder wordende landbouw problematiek meer en meer afhankelijk van het hoofkantoor van de NCB, die hun moet voorzien van deskundige informatie en de weg moet wijzen in het oerwoud aan regelgeving. De plaatselijke afdelingen krijgen steeds meer een doorverwijsfunctie en moeten zorgen dat landelijke informatie ook daadwerkelijk bij de leden terecht komt. Maar ze blijven wel op plaatselijk en regionaal een belangrijke rol vervullen. Niet alleen bij problemen zoals bijv. de hoogwaterproblematiek, maar ook op sociaal en christelijk gebied (kerstvieringen, ziekenbezoek, sport- en programmadagen etc.)
Vanwege de steeds ingewikkelder wordende regelgeving op landbouw- en veeteeltgebied en de afname in het ledenbestand van de NCB gaan steeds meer afdelingen samenwerkingsverbanden of fusies aan met elkaar. Inmiddels is de NCB opgegaan in de ZLTO (Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie). De afdelingsbesturen van Ravenstein - Herpen en die van Berghem, Megen -Haren-Machare en Oss roepen in 1999 een fusiecommissie in het leven die gaat bekijken of een fusie meerwaarde heeft. De zakelijke belangenbehartiging van de leden met bedrijf blijft het belangrijkste uitgangspunt. D.m.v. lokale commissies moet dan ter plaatse het -zeker niet onbelangrijke- sociale vangnet worden opgezet. Ook al is de NCB afdeling Ravenstein - Herpen aan het einde van de jaren 90 nog springlevend, toch worden er grote voordelen verwacht bij een fusie met de hierboven genoemde zogenaamde 'Osse' afdelingen (zie inv.nr. 63).
Aanwijzingen voor gebruik

Kenmerken

Datering:
1914-2000
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie: