Omdat het deelbaar en overerfelijk was kon het veerrecht in handen komen van bijvoorbeeld een stadsbestuur of een particulier. In Grave was het al sinds mensenheugenis in handen particulieren ofwel burgers. De oudste akte in het archief is van 1381. Het is onduidelijk of het veer toen nog in handen was van de landsoverheid. In elk geval wordt uit akten van de 15e eeuw wel duidelijk dat aandelen in het veer dan worden verhandeld aan particulieren en er een rente rustte op een deel van het veer van Grave. In gedeelten kwam het veer bij overdracht in handen van particulieren.
De weduwe Van Haren heeft in een rechtszaak tegen de Staat der Nederlanden echter schadevergoeding geëist aangezien zij in haar rechten werd getreden door de staat. Zij beriep zich op het aloude veerrecht. Zij riep rechtskundige hulp van advocaat en KVP politicus Romme, die later in 1937 minister van Sociale Zaken wordt in het vierde kabinet-Colijn (zie inv.nrs. 184-190). Men laat een onderzoek doen middels het rapport "Het veer te Grave", een rechtskundig onderzoek en adviezen door prof. mr. A.S. de Blecourt naar de rechten van het veer(pont) Grave - Nederasselt (zie inv.nr. 183).
Toch is uit archivalia in Brussel (Algemeen Rijksarchief) en Grave (archief van het veer; stadsarchief Grave) gebleken dat zo’n Graafse brug tenminste al één keer, en wel heel vroeg, serieus in discussie is geweest. In 1545 bepaalde keizer Karel V als heer van Grave alvast de tarieven voor een te maken houten brug bij Grave: zoveel voor een kar, zoveel voor een os, zoveel per persoon. Het kwam er niet van, maar het moet niettemin als haalbaar zijn beoordeeld (zie inv.nr. 160)
Zoals gezegd is het pontveer in Grave steeds een belangrijke schakel in het handelsverkeer met name tussen 's-Hertogenbosch en Nijmegen. In 1830 wordt een dagelijkse lijndienst per 'tourkar' geopend van 's-Hertogenbosch naar Nijmegen. Na 1920 neemt het autoverkeer toe en daarmee ook de vraag naar een verkeersbrug. Maar de bouw van de Graafse Maasbrug is vooral een gevolg van de Maaswerken.
Maar niet iedereen is blij met de brug. De weduwe Van Haren, eigenaresse van het veer, spant in 1928 een proces aan tegen de Staat en wil een schadevergoeding, maar krijgt uiteindelijk geen gelijk. In 1940 blaast het Nederlandse leger delen van de brug op. Dan is de weduwe bereid om tijdelijk een bescheiden veerdienst te hervatten.
Het oude veerhuis aan de Nederasseltse kant wordt uiteindelijk in 1972 gesloopt
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.