Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
In de onafzienbare heidevelden en moerassen van de Peel was het moeilijk de grenzen te bepalen tussen het Ravensteinse, Cuijkse en Gemertse gebied. Herhaaldelijk kwam het daarbij tot konflikten. Aan de bijlegging van zo'n grenskonflikt met de Vrije Heerlijkheid Gemert in 1663 heeft Boekel een prachtige landkaart overgehouden, die nog steeds in het archief berust. In 1729 werd een soortgelijk probleem met Uden beslecht.
Voor een overwegend agrarische gemeenschap zoals Boekel speelde natuurlijk de beschikbaarheid van voldoende grond een gewichtige rol. Daarbij moet lange tijd een zeker evenwicht hebben bestaan tussen het ontgonnen gebied rondom dorp en buurtschappen en de Peel ten oosten daarvan. In de Peel graasden de schapen en haalde men geriefhout, plaggen en turf, zodat de mest- en brandstofvoor-ziening was gewaarborgd. Ook de bijenhouderij floreerde er, al in de 17e eeuw. Soms moest het plaatselijk bestuur maatregelen treffen om "uytlantsche biën" te weren. Vooral imkers uit Schijndel kwamen op de Boekelse heide af als bijen op de honing.
Er zijn aanwijzingen, dat in de loop van de 18e eeuw een tekort aan landbouwgrond ontstaat. Pastoor Wijnants schrijft in 1739, dat onder zijn parochianen "veele hollandtgaenders van vrou- en manspersoonen" zijn, "die lichtmis (=. 2 februari) alle jaehr vertrecken ende in november weerkoomen." Veel Boekelnaren verdienen dus als seizoenarbeider in het westen de kost, noodgedwongen, naar we mogen aannemen. Vanaf 1749 gaat het dorp stukken van de (onontgonnen!) gemeynt verkopen, deels om de eigen financiële positie te verbeteren, maar later ook om meer inwoners tot het boerenbedrijf te kunnen toelaten.
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2028 niet zonder meer openbaar zijn. Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.