Mijn Studiezaal (inloggen)
7688
Gemeentebestuur Erp, 1811 - 1930
Inleiding
Historisch overzicht 
Grondgebied, groei en ontwikkeling
Het bestuur van de gemeente Erp
7688 Gemeentebestuur Erp, 1811 - 1930
Inleiding
Historisch overzicht
Het bestuur van de gemeente Erp
Na de inval van de Fransen in 1795 ontstond het recht van de inwoners van steden en dorpen om hun eigen bestuur te kiezen. Diverse Franse wetten en voorschriften regelden de samenstelling van het bestuur en de inrichting van de administratie.
Het bestuur bestond uit een raad; het dagelijks bestuur uit een maire (burgemeester) en een adjunct-du-maire (wethouder). In 1810 bestond de raad van Erp uit de maire A. van Velzen en de leden J.J. Beckers, G. v.d. Bogaart, J.H. Hoogers, P.P. Kandelaers en C. Rietman. *
Een adjunct-du-maire was niet benoemd. *
Het provinciaal bestuur werd vertegenwoordigd door de gouverneur, te vergelijken met de tegenwoordige commissaris der Koningin. De gouverneur legde ieder jaar een inspectiebezoek af van de gevoerde gemeente-administratie. Ook andere gemeentelijke zaken kwamen dan aan de orde, waartoe de gemeenteraad in vergadering bijeenkwam. Daarnaast was er nog een districtsbestuur met aan het hoofd een districtscommissie, die in Eindhoven zetel had.
In 1821 ontstaat er een nieuwe bestuursinrichting. De provincie Noord-Brabant werd verdeeld in zeven districten, waarbij Erp onder het district Helmond ressorteerde.
In plaats van de maire was er voortaan een schout en in plaats van de districtscommissaris een districtsschout, die echter de titel van commissaris blijft voeren.
De wethoudersfunctie werd ingevoerd onder de naam assessor. Ook een gemeentesecretaris moet worden benoemd voor de eerste maal door gedeputeerde staten en daarna door de districtsschout. De gemeente-ontvanger krijgt zijn aanstelling van de gemeenteraad. * De districtsschout hield meer direct toezicht op het gemeentelijk bestuur, waardoor uitgebreide correspondentie bestaat over allerlei kleinigheden.
In 1840 heeft weer een reorganisatie van de districten plaats. Het gemeentebestuur van Erp valt onder het directe toezicht van de districtscommissaris te Beers. *
De grondwetherziening van 1848 schreef een organieke wet voor de gemeenten voor, die in 1851 tot stand kwam. Voordat deze echter in werking trad, werden per 1 januari 1850 de districten opgeheven. *
Dit werd de gemeentewet, zoals die thans nog in grote lijnen geldende is. In de gemeentewet werd het onderscheid tussen stads en plattelandsgemeenten opgeheven. De burgemeester kwam weer in de plaats van de gemeenteschout, de benoeming bleef aan de Koning.
De raad zou voortaan rechtstreeks door de ingezetenen, voorlopig nog beperkt tot cencuskiezers, worden gekozen en had zitting gedurende zes jaar. Daarnaast werd een college van burgemeester en wethouders ingesteld, waarvan de laatsten gezien konden worden als vervangers der assessoren.
De burgemeester werd door de Koning benoemd voor de tijd van zes jaar, na verloop van welke tijd hij kon worden herbenoemd.
De gemeentesecretaris werd door de raad, op voordracht van burgemeester en wethouders, benoemd, geschorst en ontslagen. De gemeente-ontvanger werd eveneens door de raad, op voordracht van de burgemeester en wethouders benoemd, geschorst en ontslagen. *
Overzicht van maire, schouten en burgemeesters. *
Overzicht van gemeentesecretarissen. *
Verantwoording van de inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker
1.342 beschreven archiefstukken
43 gedigitaliseerd
totaal 5.373 bestanden
Inventaris
1.342 beschreven archiefstukken
43 gedigitaliseerd
totaal 5.373 bestanden
Kenmerken
Datering:
1811-1930
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
1.342 beschreven archiefstukken
43 gedigitaliseerd
totaal 5.373 bestanden