skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

Archieven

7036 Gemeentebestuur Sambeek, 1811-1942

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Naam Sambeek
Grondgebied en ligging
Bevolking
Beeld van het dorp Sambeek
Wapen
De overgang van de oude instellingen naar het gemeentebestuur
7036 Gemeentebestuur Sambeek, 1811-1942
Inleiding
Historisch overzicht
De overgang van de oude instellingen naar het gemeentebestuur
NB:
Noord-Brabant in de Bataafs-Franse Tijd, 1794-1814, Een institutionele handleiding onder eindredactie van J.G.M. Sanders, Hilversum, 2002, p. 15-92.
Het Land van Cuijk heeft lange tijd behoord tot het hertogdom Brabant. De stad Grave en de Baronie en het Land van Cuijk zijn in de 16e eeuw echter door de hertog van Brabant verpand. In 1559 wordt Willem van Oranje pandheer. Zijn goederen worden echter in 1568 verbeurd verklaard. Eind 16e eeuw is het gebied in Spaanse handen. Na de herovering van Grave in 1602 door prins Maurits en zijn Staatse troepen, wordt het Land van Cuijk ingelijfd bij het grondgebied van de Republiek. In 1611 krijgt Maurits het erfelijk in leen van de Staten-Generaal (als opvolgers van de hertog van Brabant).
Na de Vrede van Münster in 1648 gaat het Land van Cuijk deel uitmaken van Staats-Brabant. Dit Staats-Brabant is tijdens het 'Ancien Régime' (1648-1795) een soort wingewest voor de Republiek der Verenigde Nederlanden. Het heeft geen stem in de Staten-Generaal en dwingende wetten en ordonnanties zorgen ervoor dat het gebied in een strak keurslijf wordt gehouden. Het behoort tot de zogenaamde 'Generaliteitslanden': "afhankelijke gebieden die vanuit Den Haag door of namens de Staten-Generaal werden beheerd en bestuurd" *  . Brabant kan zich als zodanig in die tijd nauwelijks ontwikkelen en verwordt zo tot een achtergebleven gebied dat niet deelt in de welvaart van de Republiek.
Het dorp Sambeek en het haar toebehorende grondgebied geniet in die tijd een aparte status, want het is namelijk tweeherig. D.w.z. de ene helft valt direct onder de prins van Oranje, de andere helft is door hem in leen uitgegeven. Leenman van die helft is de heer van Boxmeer *  . Sambeek heeft daarmee wel de nadelige gevolgen van de wetten en ordonnanties ten tijde van het 'Ancien Régime' ondervonden. De pijn daarvan zal echter enigszins zijn verzacht doordat de Baronie van Boxmeer, als vrije heerlijkheid onafhankelijk bleef tot in de Franse Tijd en op zijn beurt eveneens zijn invloed deed gelden in het gebied behorende tot het dorp Sambeek *  .
Aan het einde van de 18e eeuw gloort er een nieuw tijdperk in Europa. Het rationalisme van de Verlichting geeft een nieuwe impuls aan wetenschappelijke ontwikkelingen en visies op mens en maatschappij. Starre gezagsverhoudingen worden meer en meer bekritiseerd door verlichte geesten. Het geloof in het vrije individu en de onafhankelijke ontplooiing en mogelijkheden van de mens heeft wortel geschoten bij intellectuelen en gegoede burgers. In ons land treden in de jaren 80 zogenaamde 'patriotten' op de voorgrond. Ze zijn anti-oranjegezind en vóór veranderingen van de bestaande orde, zelfs soms terugkijkend naar het glorieuze verleden van de Republiek in de 17e eeuw. Hun hoogtepunt ligt in de jaren 1785-1787. Na de inval der Pruisen in 1787 moeten ze echter het veld ruimen en vluchten naar Frankrijk. Pas na de inval der Fransen keren deze lieden in het kielzog van de Franse troepen terug. Op 1 februari 1793 heeft Frankrijk de oorlog verklaard aan Engeland en de Republiek der Verenigde Nederlanden. Een groep uitgeweken patriotten verenigd in het Revolutionair Comité der Bataven juicht deze daad van Frankrijk toe. Zij wil dat de Republiek der Verenigde Nederlanden wordt bevrijd van de 'tirannie' van de Oranjes.
Vanuit Opper-Gelre vallen Franse troepen Peelland en de landen van Cuijk en Boxmeer binnen. De opmars wordt echter door Staatse troepen te Grave en na een nederlaag tussen Beers en Linden gestuit. Een tweede poging in september 1794 onder leiding van generaal Pichegru heeft meer succes. Brabant wordt stapsgewijs ingenomen door de Fransen. Ook de onafhankelijke gebieden Bokhoven, Ravenstein, Megen, Boxmeer, Gemert en het Pruissische Oeffelt worden door de Fransen bezet.
Het Haags Verdrag van vrede en bondgenootschap van 16 mei 1795 tussen Frankrijk en de Republiek bevestigt de zelfstandigheid van de Bataafse Republiek. Vanaf 1795 tot 1806 behoort Brabant tot de Bataafse Republiek. In die periode worden enige staatsregelingen gerealiseerd, die het territorium en bestuur regelen. In 1798 wordt een staatsregeling aangenomen die een radicale centralisatie behelst. Ze is echter gedoemd te mislukken. In de jaren 1802-1805 komt er weer meer ruimte voor departementale en lokale autonomie.
Brabant wordt in de periode tot 1806 opgedeeld in twee departementen en deze op hun beurt in ringen. Zo behoorde Sambeek tot de Zesde Ring van het Departement van de Dommel. 's-Hertogenbosch fungeerde als hoofdstad van dit departement.
De zelfstandigheid van de departementen wordt in de Staatsregeling van 1805 behoorlijk beknot. De bestuurlijke centralisatie neemt weer toe, in het bijzonder op het gebied van de financiën en de belastingen. De eerste provinciewet wordt ingevoerd.
In 1806 wordt de Bataafse Republiek vervangen door het Koninkrijk Holland. Lodewijk Napoleon -de broer van Napoleon, de Franse keizer- houdt zijn intocht op 23 juni te Amsterdam en wordt hier regerend vorst. Er worden tien departementen gevormd. Het departement Bataafs Brabant verandert in Braband. Het hoogste gezag komt in handen van een landdrost, die weer ondergeschikt is aan het centrale gezag. Zo'n landdrost heeft vergelijkbare bevoegdheden als die van een Franse prefect: zetbaas van de centrale regering in het departement. Voorts wordt Braband onderverdeeld in drie kwartieren. Sambeek gaat behoren tot het kwartier 's-Hertogenbosch. Daar zetelt ook de kwartierdrost. Deze persoon fungeert als tussenpersoon en toezichthouder op de besturen in de dorpen.
Een bepaalde mate van zelfstandigheid ten opzichte van het Keizerrijk blijft nog steeds behouden in het Koninkrijk Holland. Het bewind van Lodewijk Napoleon wordt door de inwoners van het land zelfs als redelijk bevredigend ervaren. Hij regeerde dan ook in het belang van het land, ondanks de toenemende druk vanuit zijn moederland.
In 1810 wordt het Koninkrijk Holland ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. De belangrijkste reden daarvoor was dat Napoleon het bewind van zijn broer als een mislukking zag in het kader van de door Frankrijk gewenste anti-Engelse politiek. Brabant wordt onderverdeeld in twee departementen. Oost-Brabant gaat tot het departement van de Monden van de Rijn behoren. Dit departement werd vervolgens onderverdeeld in drie arrondissementen: 's-Hertogenbosch, Eindhoven en Nijmegen. Aan het hoofd van een arrondissement staat een onderprefect.
Tijdens de periode van inlijving bij het Keizerrijk Frankrijk worden een aantal belangrijke bestuurlijke en administratieve vernieuwingen doorgevoerd, die ook in de tijd na de onafhankelijkheid –weliswaar in een aantal gevallen gewijzigd- van kracht blijven.
Dorpsbesturen en schepenbankcolleges worden vervangen door gemeentebesturen. Aan het hoofd van de gemeente wordt een burgemeester benoemd, aanvankelijk maire genaamd, bijgestaan door een uit 6 of 7 leden bestaande Conseil Municipal, ofwel gemeenteraad. De eerste burgemeester van Sambeek (maire) is H.J. Schirmer *  . De belangrijkste wijzigingen op administratief gebied zijn de invoering van de Burgerlijke Stand en de voorbereidende werkzaamheden voor het Kadaster. Dit laatste zal overigens pas effectief worden in 1832. Verder worden de Franse wetgeving, de Franse rechterlijke organisatie en Franse belastingen ingevoerd.
De ondergang van de grande armée in Rusland (1812) en het verlies van de Franse troepen bij de slag bij Leipzig (1813) laten het Keizerrijk van Napoleon kraken in zijn voegen. De Maas wordt de noordgrens. Onrust en verzet steken hier te lande de kop op. In de noordelijke en oostelijke gewesten van ons land vluchten de Fransen door de dreiging van kozakken en Pruisische troepen. Op 24 november valt Amsterdam, op 28 november Utrecht. In het noorden vindt aarzelend een Oranjegezinde omwenteling plaats. Op 30 november 1813 landt -op verzoek van het snel gevormde voorlopig bestuur- Willem Frederik van Oranje-Nassau, zoon van voormalig stadhouder Willem V, bij Scheveningen om de soevereine macht te aanvaarden. In het voorjaar van 1814 trekken de Franse troepen zich geleidelijk terug uit het grondgebied van het huidige Noord-Brabant, onder druk van de geallieerde troepen. Deze strijdkrachten bestaan hoofdzakelijk uit Russische en Pruisische soldaten. Als onderdeel daarvan is er destijds tijdelijk in Sambeek een troepenmacht van 1000 Pruisische manschappen gelegerd *  . Als laatste steunpunt van de Fransen in het zuiden is Grave -na een maandenlange blokkade- gevallen. De Franse troepen verlaten de vestingstad uiteindelijk op 14 mei 1814 *  .
De Grondwet van 1815 vereist reglementen voor de organisatie van het plaatselijk bestuur, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen steden en gemeenten ten plattelande. Op 8 mei 1819 wordt het "Reglement van Bestuur voor het platteland in de Provincie Noord-Braband" vastgesteld *  . Het gemeentebestuur bestaat vanaf dat jaar uit een gemeenteschout en eventueel een gemeenteraad. De gemeenteschout wordt benoemd door de koning. Hij wordt belast met de uitvoering van de wetten, tekent plaatselijke besluiten met één van de leden van de raad en maakt de akten van de Burgerlijke Stand op. De leden van de gemeenteraad worden op voordracht gekozen door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. De gemeenteraad, bestaande uit de schout en een van plaatselijke omstandigheden afhankelijk aantal raadsleden, stelt de begroting op, controleert de rekeningen van de gemeente en de armenkas, en stelt alle plaatselijke keuren, reglementen en huishoudelijke verordeningen op. De gemeenteschout roept de raad -zo vaak als nodig wordt geacht- bijeen. Om bij bestuurstaken te assisteren kan een secretaris worden benoemd, die op voordracht van de gemeenteschout en de raad door de Provinciale Staten wordt gekozen. Hij houdt de notulen van de raadsvergaderingen alsmede de administratie en het archief bij.
In een groter verband maakt de gemeente Sambeek samen met andere gemeenten deel uit van één van de zeven districtsambten waaruit Noord-Brabant dan bestaat. Aan het hoofd van het districtsambt Boxmeer -waartoe Sambeek behoort- staat een districtsschout, eveneens benoemd door de koning. Deze heeft het toezicht op het bestuur van het platteland in zijn district en het oppertoezicht over de administratie van de gemeenten die onder hem ressorteren.
Op 23 juli 1825 volgt een wijziging in de vorm van een "nader reglement op het bestuur ten plattelande". Het is een voorbode voor de latere gemeentelijke bestuursstructuur. De instelling van een gemeenteraad wordt verplicht gesteld. De taken van schout en raad worden overgenomen door een burgemeester, twee assessoren en een gemeenteraad. Burgemeester en assessoren vormen voortaan het dagelijks bestuur. De burgemeester wordt benoemd door de koning. De assessoren door de gouverneur uit de leden van de raad. De leden van de gemeenteraad worden benoemd door de Provinciale Staten, het gemeentebestuur gehoord. Alle benoemingen geschieden voortaan voor de duur van zes jaar. Om de twee jaar treedt een derde deel van de raadsleden af. De secretaris wordt op voordracht van de raad door de koning benoemd. Een nieuwe ambtenaar wordt de gemeenteontvanger. Deze wordt door Provinciale Staten op voordracht van de raad benoemd. Hij verricht de betalingen voor de gemeente op bevelschriften, ondertekend door de burgemeester, een van de assessoren en de secretaris *  .
In 1848 komt er een ingrijpende grondwetswijziging tot stand voor het Koninkrijk der Nederlanden. De grondwetsherziening schrijft de totstandkoming van een organieke wet voor de gemeenten voor. Op 29 juni 1851 –de dag van publicatie in het Staatsblad- wordt deze Gemeentewet van kracht. Voortaan bestaat in elke gemeente het bestuur uit een gemeenteraad, een burgemeester en een College van Burgemeester en Wethouders. Het hoofd van de gemeente is de gemeenteraad. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door het College van Burgemeester en Wethouders. De Gemeentewet van 1851 is tot 1993 -weliswaar met vele wijzigingen- van kracht gebleven.
Huisvesting van het gemeentebestuur
Onderwijs
Religieus leven
Kloosters
Sociale zorg
Naar een nieuwe tijd
Het archief en verantwoording van de inventarisatie
Bijlage: bronnenpublicaties en literatuur

Kenmerken

Datering:
1811-1942
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch