Archieven

17 Martijn van Heuckelom, heer van Cronesteijn en kapitein ten dienste van den Lande en vrouwe Theodora Agatha van Panhuijs, echtelieden maken testament op langstlevende.

18 Hendrick de Laeracker en Gerritje Lamers, echtelieden wonend te Beugen op de bouwhof toebehorend aan Willem van Dael bekennen 115 gulden schuldig te zijn aan de heer van Dael en hebben in volle eigendom aan deze overgedragen hun gerede goederen, bouwmansgereedschap en schaar te velde.

19 Isabelle Sweermans weduwe van Jan Zeelen voor zich en als moeder en voogdes over haar kinderen; Geertruijt Janssen weduwe Mathijs Sweermans voor zich en als moeder en voogdes over haar kinderen; Maria Sweermans; Geertruijdt Sweermans en Johanna Sweermans, allen kinderen en erfgenamen van wijlen Willem Sweermans (testament van 17-2-1730) en Adriaentje Wijnants, daar waar nodig geadsisteerd met Johannes Sweermans en Jacobus Wijnants, respectievelijk bloedoom en neef als voogden over de pupillen van beide eerste comparanten willen nalatenschap gaan verdelen, waaronder een huis, hof te Cuijk; bouwland op het Hoogveld; land bij de Riet.

20 Frans Adrian van Bonninghausen gehuwd met Maria Charlotta van Raeveschodt, wonende te Boxmeer geven volmacht aan Godefridus van Griensven om uit hun naam te verkopen hun part in de windkorenmolen onder Baarle Hertog, toebehorend aan Maria Charlotta van Raeveschodt op 31 juli 1745 voor notaris Bollarts te Breda voor 2537 gulden 10 stuivers en door voornoemde van Griensven is ontvangen; deze is op 7-10-1745 naar Brussel vertrokken; voor het weeskind van Anthoni Berbiers wordt 8 gulden en 16 stuivers ingehouden; na achterstallige bedragen te hebben vereffend, wordt de koopsom in ontvangst genomen door Lotharius Carolus Anthonius van Bonninghausen.