De Stichting Familiekring Coebergh is opgericht in juli 1944
17 nov 1391
Schepenen van Beugen oorkonden dat Deric van Nyfteric en zijn vrouw Ghese hebben opgedragen
aan Arnde van den Padbroec, deken te Grave en ten behoeve van zijn zuster Mechtelden van den Padbroke, een jaarlijkse erfpacht van 7 mud rogge te betalen op st Maarten in de winter (11 nov) en gaande uit een huis en hofstad gelegen met een zijde naast Harouts erf, de andere zijde naast de gemene weg; alsmede uit een akker bij deze hofstad, waarvan een zijde naast Neude Heilkens soen en de andere zijde naast Maasweg; alsmede uit 'eenre 'zalen lants'', gelegen met een zijde naast het erf van Aleyten van Broecken en de andere zijde naast het erf van Henneken Labben soens; mede uit een stuk land gelegen naast het erf van Herman van der Heyden; mede uit een stuk land genaamd 'Boechout' gelegen bij het land van Renden Kreefts, mede uit een stuk land gelegen tussen het erf van Heynen van der Heyden en Harouts.
De erfpacht is bezwaard met een jaarlijkse last van een half mud raapzaad en een mud evenen (?) en acht kapoenen; met aanhangend schependomszegel
des donredages na sinte Symon Juden dach Apostolorum 1399(=28 okt)
Schepenen van Beugen oorkonden dat Jacob van Padbroeck en zijn vrouw Hille hebben opgedragen aan Roelof van den Steenacker, provisor van de Tafel van de H. Geest van Grave, een schepenbrief betreffende een jaarlijkse erfpacht van 7 mud rogge, welke hij heeft geërfd van zijn moeder Mechtelden van Padbroeck; met aanhangend schependomszegel
, 17 nov 1391; des donredages na sinte Symon Juden dach Apostolorum 1399 (=28 okt) i
17 nov 1391
Schepenen van Beugen oorkonden dat Deric van Nyfteric en zijn vrouw Ghese hebben opgedragen
aan Arnde van den Padbroec, deken te Grave en ten behoeve van zijn zuster Mechtelden van den Padbroke, een jaarlijkse erfpacht van 7 mud rogge te betalen op st Maarten in de winter (11 nov) en gaande uit een huis en hofstad gelegen met een zijde naast Harouts erf, de andere zijde naast de gemene weg; alsmede uit een akker bij deze hofstad, waarvan een zijde naast Neude Heilkens soen en de andere zijde naast Maasweg; alsmede uit 'eenre 'zalen lants'', gelegen met een zijde naast het erf van Aleyten van Broecken en de andere zijde naast het erf van Henneken Labben soens; mede uit een stuk land gelegen naast het erf van Herman van der Heyden; mede uit een stuk land genaamd 'Boechout' gelegen bij het land van Renden Kreefts, mede uit een stuk land gelegen tussen het erf van Heynen van der Heyden en Harouts.
De erfpacht is bezwaard met een jaarlijkse last van een half mud raapzaad en een mud evenen (?) en acht kapoenen; met aanhangend schependomszegel
des donredages na sinte Symon Juden dach Apostolorum 1399(=28 okt)
Schepenen van Beugen oorkonden dat Jacob van Padbroeck en zijn vrouw Hille hebben opgedragen aan Roelof van den Steenacker, provisor van de Tafel van de H. Geest van Grave, een schepenbrief betreffende een jaarlijkse erfpacht van 7 mud rogge, welke hij heeft geërfd van zijn moeder Mechtelden van Padbroeck; met aanhangend schependomszegel
, 17 nov 1391; des donredages na sinte Symon Juden dach Apostolorum 1399 (=28 okt)
bron: http://www.rkk.nl/abc/detail_objectID735045.html