In antwoord op de plannen van de staatssecretaris mevrouw Kraayveld-Wouters van Emancipatie Zaken organiseerde een aantal vrouwen op 22 juni 1979 een provinciale discussiemiddag over “ondersteuning van het vrouwenwerk en de daaraan verbonden wenselijkheid van vrouwenemancipatiebureaus in de provincie Noord-Brabant”. Aan het einde van de dag werd besloten dat er eerst een inventariserend onderzoek gedaan moest worden. De zaak werd opgepakt door de Initiatiefgroep Discussie Vrouwenemancipatiebureaus. De reden voor de oprichting van deze voorlopige werkgroep was het algemene gevoel dat – mede onder invloed van de beleidsvoornemens van de staatssecretaris van CRM – onderzoek naar de behoeften van vrouwen en voorstellen tot het opvullen van leemten in het voorzieningenpakket op emancipatieterrein noodzakelijk was. De initiatiefgroep bestond uit 11 vertegenwoordigsters van vrouwenorganisaties en de vrouwenbeweging. De verantwoordelijkheid voor het onderzoek lag bij de initiatiefgroep. De initiatiefgroep kreeg de taak de discussie over de vrouwenbureaus verder aan te zwengelen en een subsidieaanvraag te doen voor twee beroepskrachten die een vorm en inventariserend onderzoek moesten gaan uitvoeren. De subsidieaanvraag werd uiteindelijk gehonoreerd door het ministerie van CRM. Gezien de honderd procent subsidieverlening van het ministerie zag de provincie Noord-Brabant geen noodzaak tot een aanvullende subsidie. Omdat de initiatiefgroep geen rechtspersoon was, was zij juridisch niet in staat de beroepskrachten in dienst te nemen. Hiervoor werd een tijdelijke oplossing gevonden. Totdat de stichting van de toekomstige steunpunten een feit was, werden de initiatiefgroep en twee tijdelijke beroepskrachten ondergebracht bij de Stichting PON-projecten aan de Stationsweg 15 te Tilburg. Gedurende de onderzoeksperiode fungeerden enkele leden uit de initiatiefgroep als begeleidingscommissie.

Het verslag, beter bekend als de roze nota ‘Onderzoek Emancipatiewerk Noord-Brabant’ deel I en II, was op 25 augustus 1981 gereed. De uitslag kwam er op neer dat er regionale steunpunten moesten komen dicht bij huis, toegankelijk voor alle vrouwen die actief waren in het emancipatorisch vrouwenwerk en op alle zich voordoende terreinen en sectoren. Op de provinciale Vrouwendag van 15 oktober 1981 werd het onderzoek voorlopig afgerond.

Vervolg: 1981 Kerngroep Emancipatoir Vrouwenwerk Noord-Brabant en Open Beraad 1981-1984