Onder emancipatorisch en feminiserend vrouwenwerk werd verstaan: alle activiteiten die ten doel hadden de sociaal- psychologische en economische zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen. Waardoor de maatschappelijk ongelijke macht tussen mannen en vrouwen kon worden doorbroken. Het bestuur van de stichting had de eindverantwoording voor het beleid, de financiën, het personeel en huisvesting. De financiële administratie en de loonadministratie werden tot en met 1988 uitbesteed aan het PON te Tilburg. Daarna schakelde de Stichting hiervoor een extern bureau in. Het werkterrein van de steunpunten betrof de provincie Noord-Brabant. Om het emancipatiewerk vorm te geven werd ervoor gekozen om de ondersteuning op drie plaatsen aan te bieden en te huisvesten: 1) Het Steunpunt Oost aan de Ruyschenberghstraat 3 te Gemert; 2) Het Steunpunt West aan de Boschstraat 39 te Breda en 3) Het Steunpunt Midden aan de Hinthamerstraat 181 te ’s-Hertogenbosch.
De aangestelde emancipatieconsulenten gaven uitvoering aan de taken en ontwikkeling van het emancipatiebeleid en adviseerden hierover aan het bestuur. In die jaren richtten zij zich op provinciaal en gemeentelijk emancipatiebeleid, educatie, vrouwenhulpverlening, bouwen en wonen, mediterrane- en oudere vrouwen.
(Vervolg: Emancipatiebureau Noord-Brabant voorheen Stichting Vrommes bureau voor emancipatievraagstukken, 1989-1995)